Tekst Linda Maat
Foto AP Photo/Frank Augstein

Het grootste deel van de asielzoekers in Nederland is moslim. Maar binnen de islam bestaan veel verschillende stromingen met soms heel verschillende opvattingen. Hoe kun je die verschillen nu het beste duiden?

‘De diversiteit binnen de islam is groot en de verschillen zijn niet altijd even duidelijk’, vertelt Elwin Moerkens, medewerker van de directie Asiel & Bescherming. Samen met Jos van Aken, arabist en islamoloog bij de afdeling Onderzoek en Expertise Land & Taal van de IND, organiseert hij de basiscursus ‘Islam’ voor hoor- en beslismedewerkers bij de IND. ‘Natuurlijk beschikken medewerkers van de IND door hun werk al over een goede basiskennis, maar om die kennis nog meer verdieping te geven bieden we in deze cursus achtergrondinformatie  aan die bijvoorbeeld dieper ingaat op de rol van het salafisme in de islam.’

Lange baarden

‘Media benadrukken de extremistische kant van de islam en stellen de vraag hoe extremisten uit de vluchtelingenstroom te halen zijn’, vertelt Van Aken. ‘Een terechte vraag, want extremisten profileren zich niet als zodanig. Wel vangen medewerkers van het COA en VluchtelingenWerk soms signalen van radicalisering op door het intensieve contact dat zij met asielzoekers hebben. Deze signalen zijn waardevol. Aan de andere kant zien we dat burgers in Nederland soms bang zijn voor signalen die helemaal niet hoeven te betekenen dat je met een extremist te maken hebt. Door alle media-aandacht ontstaat soms een vertekend beeld waardoor bij bepaalde kenmerken, zoals gewaden en lange baarden, direct aan een extreme vorm van de islam wordt gedacht. Als iemand tijdens een gehoor de term 'Allahu akbar' laat vallen, wil je niet dat medewerkers gelijk denken dat er een terrorist tegenover hen zit. Voor veel moslims is dit namelijk een uitdrukking die zij regelmatig gebruiken als ze iets bijzonders zien, vergelijkbaar met ‘Godallemachtig!’. Moerkens: ‘Wij proberen medewerkers tijdens de cursus te leren wat typisch is voor sommige stromingen, zodat zij beter kunnen duiden wat er gezegd wordt.’

Salafisme

Salaf betekent letterlijk: vrome voorvaderen. Salafisten baseren zich op de eerste drie generaties van de islam. Dat is de generatie van de profeet Mohammed en de twee generaties daarna. Salafisten houden zich alleen aan de Koran en de overlevering van Mohammed zelf, omdat die uitingen in tijd het dichtste bij Mohammed staan en daarmee het meest betrouwbaar zouden zijn. Hun gemeenschappelijk ideaal is een kalifaat waar de islamitische wetten worden gerespecteerd. Door onderlinge verschillen wordt er over het algemeen een onderverdeling in drie groepen gemaakt:

  1. De quiëtistische groep die vooral op zichzelf gericht is, niet aan politiek doet en geen geweld gebruikt. Het geloof speelt voor deze groep alleen een rol in het persoonlijke leven.
  2. De groep die politiek geëngageerd is en ook probeert invloed uit te oefenen op de politiek zonder daarbij geweld te gebruiken.
  3. De meest extreme groep: de jihadistische salafisten. Kenmerkend voor deze groep is het verketteren van andersgelovigen en het goedkeuren van geweld. Ook binnen deze militante groep bestaan verschillende opvattingen over wat goed is volgens de islam.

Achtergrondinformatie

Een van de medewerkers die de cursus gevolgd heeft, is Carla Pelgrom: ‘Het is prettig om meer achtergrondinformatie te hebben over de grootste groep mensen bij wie je dagelijks een gehoor afneemt. Vooral de splitsing van het salafisme in drie groepen is me bijgebleven.’ Van Aken: ‘We hebben in de cursus uitgebreid aandacht gegeven aan dit gedachtegoed. Slechts een kleine groep militante jihadistische salafisten gebruikt geweld en valt anderen aan die niet in ‘hun’ ware islam geloven. Maar het is juist deze meest extreme vorm van het salafisme waar we in de media het meeste over horen. De werkelijkheid is dat het overgrote deel van de vluchtelingen die momenteel naar Nederland komt, vindt dat IS alles doet wat tegen de islam ingaat. Zij zijn juist gevlucht voor dit soort mensen.’