Tekst Florine Boeding
Foto Esther Aarts

Sinds de zomer van 2015 is het aantal aanvragen van asielzoekers enorm gestegen.  Ook voor dit jaar  is de verwachting dat de toestroom aanhoudt. Om de wachttijd voor asielzoekers, die op dit moment meer dan een halfjaar bedraagt, zo kort mogelijk te houden en het werk voor  de asielketen zo efficiënt mogelijk in te richten, is op  1 maart het sporenbeleid ingevoerd. Patrick Croonen, implementatieleider Sporenbeleid voor de IND en Claudia van der Horst, senior regievoerder Dublin bij DT&V, vertellen waarom.

Croonen: ‘In het sporenbeleid werken we doelgroepgericht om de verhoogde asielinstroom het hoofd te bieden. Nieuw is dat asielzoekers direct bij aanmelding in een spoor worden geplaatst met een eigen procedure. We volgen dan niet meer standaard het vaste stramien van de achtdaagse Algemene Asielprocedure. Processtappen die voor bepaalde asielzoekers overbodig zijn, hoeven niet doorlopen te worden  en dat leidt tot een efficiënter proces.’ Het sporenbeleid telt in totaal vijf sporen:

Spoor 1: Dublinprocedure
Dit spoor is bedoeld voor asielzoekers die in een ander Europees land asiel hebben aangevraagd of dat hadden moeten doen, bijvoorbeeld als zij via dat land Nederland hebben bereikt. In zo’n geval is het andere land verantwoordelijk voor de behandeling van het asielverzoek.

Spoor 2: Veilig land of legaal verblijf in een ander EU-land
Asielaanvragen worden in dit spoor behandeld als de aanvrager afkomstig is uit een veilig land of als hij/zij legaal verblijf heeft in een ander Europees land. Welk land kan worden aangemerkt als een veilig land, bepaalt de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Spoor 3: Evidente inwilligingen
Asielaanvragen van mensen die overduidelijk voor een verblijfsvergunning in aanmerking komen, kunnen in dit spoor versneld worden ingewilligd. 

Spoor 4: Algemene Asielprocedure
In dit spoor worden alle asielaanvragen behandeld die niet in een ander spoor terecht kunnen. Binnen dit spoor wordt de standaard asielprocedure gevolgd.

Spoor 5: Evidente inwilliging na kort onderzoek
Als een asielaanvraag evident kansrijk is, maar er nog een kort onderzoek naar bijvoorbeeld nationaliteit moet plaatsvinden, komt de aanvraag in dit spoor terecht.

Sneller duidelijkheid

‘Spoor 1 en 4 maakten altijd al deel uit van de dagelijkse praktijk bij de IND, maar sinds 1 maart is ook spoor 2 actief geworden’, legt Croonen uit. ‘Spoor 3 en 5 staan op dit moment uit. Deze sporen kunnen door de staatssecretaris voor een bepaalde periode worden aangezet, maar tot nu toe is dat nog niet aan de orde geweest.’ Het sporenbeleid heeft veel voordelen: ‘Bij evidente afwijzingen of inwilligingen zijn er minder contacten nodig met advocaten en vervalt de rust- en voorbereidingstijd’, vertelt Croonen. ‘Door het schrappen van onnodige stappen kan de IND met hetzelfde aantal medewerkers meer asielaanvragen verwerken. Voor het COA is het voordeel dat asielzoekers minder vervoerd worden en dat zij korter in de opvang verblijven.’ Van der Horst: ‘Ook asielzoekers zijn bij het sporenbeleid gebaat, omdat zij sneller duidelijkheid hebben over hun verblijf in Nederland. Dit geeft rust en voorkomt een hoop angst, twijfels en stress. Zodra de IND het voornemen heeft om iemand af te wijzen, krijgt de DT&V een overdrachtsdossier. Hierdoor kan de DT&V sneller toekomstgerichte gesprekken voeren en eerder beginnen met werken aan terugkeer.’