Tekst Sandra van Egmond
Foto Kick Smeets

Uit onderzoek blijkt dat Eritreeërs moeilijk integreren en participeren in Nederland. Het COA startte eind 2017 het project ‘Participatie van Eritreeërs’, om de kansen van deze doelgroep te vergroten. Eritrese cultural mediators helpen de begeleiding van hun landgenoten te verbeteren.

Eritrese azc-bewoners kijken je niet aan en zitten er onderuitgezakt en ongeïnteresseerd bij. Dat hoort Desiree Horbach, beleidsadviseur en projectleider ‘Participatie van Eritreeërs, COA-medewerkers regelmatig zeggen. In de krant las ze een artikel waarin een rechter precies hetzelfde ‘oordeelde’ over deze groep migranten. Een kwalijke zaak, vindt Horbach, want die houding is in Eritrea júist een blijk van respect. Horbach: “Dan zie je dat het aan het begin van de integratie, vaak bij de kennismaking, al misgaat door cultuurverschillen. Terwijl uit onderzoek blijkt dat Eritreeërs wel degelijk willen integreren. Ze willen zonder uitzondering meer contact met Nederlanders en ze willen graag aan het werk.”

Desiree Horbach
Desiree Horbach Foto: Rick Keus

Alles anders dan in Eritrea

Tussen 2014 en medio 2017 hebben 17.000 Eritreeërs asiel aangevraagd in Nederland. De meeste van hen kregen een verblijfsvergunning. Uit het onderzoek ‘Eritrese statushouders in Nederland’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2018 blijkt dat veel Eritrese statushouders moeite hebben om in Nederland hun weg te vinden. “In Nederland is bijna alles anders dan ze in Eritrea gewend waren”, schrijft het SCP. “Nederlands leren is moeilijk en contacten met anderen dan Eritreeërs zijn schaars. Nog maar weinig Eritreeërs zijn aan het werk of daarnaar op zoek.” Een tamelijk somber beeld, dat tegelijkertijd het belang van een op deze groep gerichte aanpak ondersteunt.

Intensieve begeleiding

Op 15 april zaten er ruim 1.700 Eritreeërs in de opvang, 7% van alle personen in COA-locaties. Als Desiree Horbach vertelt over de begeleiding van deze Eritrese asielzoekers stapelen de lastige situaties en problemen zich op. Horbach: “De begeleiding van deze groep kost veel tijd. In Nederland is voor hen alles anders. Vergunninghouders moeten veel regelen in de gemeente en dat is hun eigen verantwoordelijkheid. Maar bij onze Eritrese bewoners verdwijnt zelfs de post regelmatig in een la omdat ze niet weten wat ze ermee moeten. Omdat ze wantrouwend zijn naar alle autoriteiten, ook naar COA-medewerkers en docenten, is het moeilijk om ze te helpen. Bovendien zijn de cultuurverschillen groot en dat merken COA-medewerkers bij de begeleiding.”

KNM training

Grote cultuurverschillen

Horbach geeft een paar voorbeelden van die cultuurverschillen die problemen opleveren in de COA-praktijk: “In de azc’s stimuleren we zelfstandigheid. Eritreeërs komen echter uit een collectivistische cultuur en zijn eerder ‘samenredzaam’. Zij weten niet welk gedrag wordt verwacht als je ze aanspreekt op zelfredzaamheid. In de begeleidingsgesprekken met asielzoekers hebben we het over toekomstplannen voor integratie en participatie. Maar Eritreeërs kennen een kortetermijncultuur en hebben moeite met doelen stellen voor de lange termijn. Bij een training zoals Kennis van de Nederlandse Maatschappij is het vaak onduidelijk of deelnemers de lesstof snappen. Als je Eritreeërs vraagt ‘Snappen jullie dat?’ dan zeggen ze namelijk altijd ja.”

Project Participatie van Eritreeërs

Niet alleen COA-medewerkers maakten zich zorgen over de integratie van Eritreeërs, ook de Tweede Kamer, wetenschappers en media hebben sinds 2016 aandacht voor de achterblijvende integratie van Eritrese vergunninghouders. In november 2017 startte het COA met het AMIF-project Participatie van Eritreeërs. Horbach: “Het is voor het eerst dat het COA zich in een project richt op een groep asielzoekers uit een specifiek land. Met als doel hun kansen op een succesvolle participatie en integratie vergroten en hun kwetsbaarheid verminderen.” In het project, dat tot 31 december 2019 loopt, ligt de nadruk op trainingen voor Eritreeërs en voorlichting aan COA-medewerkers. Voor alle doelen zet het project Eritrese cultural mediators in.

KNM training

Cultural mediators: training Eritreeërs verbeteren

Het project zet circa tien cultural mediators in om de afstand tussen medewerkers en Eritrese asielzoekers te verkleinen. “Die mediators zijn opgeleid door Stichting Nidos,” vertelt Horbach. “Het zijn mensen met een Eritrese achtergrond die al een tijdje in Nederland wonen en werken. Wij hebben hen gevraagd onze training Kennis van de Nederlandse Maatschappij te beoordelen. In hoeverre sluit het lesmateriaal aan bij deze doelgroep? Daaruit bleek dat in het lesmateriaal veel begrippen staan die Eritreeërs niet kennen. Verzekering, pinpas, DigiD, noem maar op. De training is niet basaal genoeg. Ook moeten we meer uitleg geven over hoe het in Nederland werkt. Dat je bijvoorbeeld iemand aankijkt als je kennismaakt.”

Vakdagen en workshops voor medewerkers

“Het moet van twee kanten komen,” zegt Horbach. “Eritreeërs moeten meer weten over de Westerse samenleving, en COA-medewerkers moeten zich verdiepen in de culturele achtergrond van deze doelgroep. Daarom organiseren we voor medewerkers vakdagen en workshops op locatie. Daar hebben we het onder andere over de psychische problematiek van deze doelgroep – Eritreeërs hebben vaak veel meegemaakt, en cultuursensitieve communicatie met Eritreeërs. Ook de cultureel mediators vertellen daar over hun eerste ervaringen in het azc en de gemeente. Als medewerkers de culturele achtergrond kennen van Eritrese bewoners, kunnen ze gedrag beter duiden en hen beter begeleiden.”

KNM training

Animatiefilmpjes: uitleggen hoe het werkt

Voor Eritreeërs in het azc maakt het project samen met de cultural mediators animatiefilmpjes, als aanvulling op de training Kennis van de Nederlandse Maatschappij. Wat moeten zij weten en kunnen als ze de COA-opvang verlaten om de kans op participatie in de gemeente te vergroten? De eerste filmpjes gaan over financiën, omdat veel Eritrese vergunninghouders bijvoorbeeld niet weten wat een pinpas of bankrekening is. En er komt onder meer een filmpje over Nederlandse gebruiken en cultuurverschillen. Horbach: “Die gaat over het belang van nee durven zeggen, anderen aankijken, op tijd bij je afspraak zijn. Het gaat niet om goed of fout, maar dat zij begrijpen wat de gevolgen kunnen zijn van hun gedrag. Als je bij een opleiding, werkervaringsplek of sollicitatiegesprek er zo ongeïnteresseerd bij zit dat een ander denkt ‘laat maar’, dan mis je de boot.”

Samenwerking met partners én vergunninghouders

Wat moeten Eritreeërs weten en kunnen als ze het azc verlaten om de kans op participatie in de gemeente te vergroten? Die vraag staat centraal in het AMIF-project Participatie van Eritreeërs. In het project werkt het COA samen met wetenschappers, cultural mediators en partners zoals Nidos, VNG, Pharos, VWN. Dit jaar vragen we ook vergunninghouders die in een gemeente wonen wat ze in het azc hadden moeten leren om hun kans op participatie te vergroten. Die interviews doen we samen met cultural mediators.

Boek en informatiewaaier over Eritrese vluchtelingen

Mirjam van Reisen en Klara Smits schreven in opdracht van het COA het boek ‘Eritrea en Eritrese vluchtelingen’. Zodat medewerkers en samenwerkingspartners zich kunnen verdiepen in Eritrese vluchtelingen en hun land, en deze doelgroep beter kunnen begeleiden. Lees het boek ‘Eritrea en Eritrese vluchtelingen’.
Guy Loth, casemanager bij het COA, ontwikkelde een informatiewaaier voor collega’s. Voor zijn studie Toegepaste Psychologie deed hij onderzoek naar cultuursensitieve begeleiding van Eritrese asielzoekers. Loth: “Voor goede begeleiding moet je je bewust zijn van de achtergrond van de ander.”