Foto ANP

In Nederland worden ruim 6.600 zogeheten ‘derdelanders’ uit Oekraïne opgevangen. Zij komen tijdelijk in aanmerking voor een gunstige financiële regeling bij vertrek uit Nederland.

Na het uitbreken van de oorlog in februari werd al snel duidelijk dat onder de vluchtelingen ook veel niet-Oekraïeners waren, die al dan niet tijdelijk in Oekraïne verbleven voor werk of studie of daar internationale bescherming hadden gekregen. Ongeacht hun nationaliteit vielen zij net als Oekraïners in Nederland onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB). Na verloop van tijd kwamen vanuit veiligheidsregio’s, gemeenten en de IND signalen binnen over hogere instroom van derdelanders vanuit andere (Europese) landen. Daar konden zij, anders dan in Nederland, lang niet altijd aanspraak maken op opvang en voorzieningen. In totaal stonden op 19 oktober 6.630 derdelanders ingeschreven bij gemeenten. De drie meest voorkomende herkomstlanden zijn Nigeria (1.370), Marokko (840) en Algerije (390).

Aanpassing RTB

Op basis van de signalen over een hogere instroom is deze zomer besloten dat derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne niet langer onder de reikwijdte van de RTB vallen. Dit met uitzondering van degenen die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben op basis van nationale of internationale bescherming of in Nederland verblijven met een gezinslid dat onder de RTB valt. Daarmee kan een groot deel van de derdelanders geen aanspraak meer maken op opvang en voorzieningen, of zij nu rechtstreeks uit Oekraïne naar Nederland zijn gekomen of eerst in een ander EU-land zijn geweest. Voor derdelanders met tijdelijk verblijf in Oekraïne die al vóór 19 juli zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen geldt dat de bescherming onder de RTB wordt stopgezet per 4 maart 2023. De inschatting is dat dit geldt voor meer dan de helft van de hier ingeschreven derdelanders. Zij krijgen hierover bericht van de IND. Vluchtelingenwerk Nederland geeft voorlichting over hun verblijfsrechtelijk perspectief en eventueel vertrek uit Nederland.

Actief stimuleren vertrek

Om de betrokken derdelanders te stimuleren terug te keren naar het land van herkomst of een ander land buiten de Europese Unie waar ze duurzaam kunnen verblijven, geldt sinds 15 november 2022 het remigratiebeleid. Dit wordt uitgevoerd door de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V). De DT&V faciliteert de reis, zorgt voor begeleiding bij vertrek op Schiphol en geeft de derdelander een financiële bijdrage mee om het leven in het land van bestemming weer op te pakken.

Het remigratiebeleid moet helpen voorkomen dat er na 4 maart 2023 extra druk ontstaat op de toch al zwaar belaste asielketen. Na aflopen van de bescherming op grond van de RTB is namelijk in beginsel sprake van een lopende asielaanvraag. Zowel het COA als de IND hebben te maken met complexe capacitaire uitdagingen die verwerking van deze grote groep derdelanders zeer uitdagend maakt. Daar komt bij dat voor de drie grootste groepen geldt dat zij uit landen komen

waarvoor een (extreem) laag inwilligingspercentage is.

Tijdelijk gunstige regeling

Omdat de doelgroep nog rechtmatig verblijf heeft, kan vertrek alleen op vrijwillige basis plaatsvinden. In vergelijking met het bestaande terugkeerondersteuningsbeleid is daarom sprake van een relatief hoge financiële bijdrage. Bij aanmelding tussen 15 november 2022 en 31 december 2022 gaat het om 5.000 euro per persoon, bij aanmelding tussen 1 januari 2023 en 1 februari 2023 nog 2.000 euro per persoon. Daarna is enkel het bestaande terugkeerondersteuningsbeleid van toepassing.

Informatie en voorlichting

Om de doelgroep te bereiken, werkt DT&V nauw samen met VluchtelingenWerk Nederland, de Internationale Organisatie voor Migratie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Veiligheidsregio’s. Er worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd en er zijn in verschillende talen flyers en aanmeldformulieren ontwikkeld. Alle voorwaarden en formuleren zijn te vinden op https://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/remigratiebeleid. Ook is er een infographic ontwikkeld die gemeenten inzicht geeft in de terugkeerondersteuning die beschikbaar is voor vluchtelingen uit Oekraïne: zowel Oekraïners als niet-Oekraïners.