Tekst Anne-Marieke Samson
Foto Inge van Mill

Moeten IND, COA en DT&V met elkaar delen of asielzoekers homoseksueel zijn? Moet de IND er altijd van uitgaan dat het waar is als iemand zegt dat hij homoseksueel is? Zomaar twee dilemma’s waar medewerkers van IND en COA voor staan in hun werk met LHBTI-asielzoekers. COA en IND organiseerden op 2 augustus een avond met belangenorganisaties voor LHBTI’s. Daar gingen zij met elkaar in discussie over LHBTI’s in de asielprocedure.

In de oude bestuurskamer van het Amsterdamse Lloydhotel verzamelt zich een gevarieerd gezelschap. Ze komen voor de dialoogavond LHBTI, die COA en IND hebben georganiseerd. Er zijn vertegenwoordigers aanwezig van het COC en andere belangenorganisaties, maar ook LHBTI-asielzoekers, hun begeleiders en medewerkers van de asielorganisaties IND, COA en DT&V. Al deze partijen gaan vanavond met elkaar in gesprek over LHBTI’s in de asielprocedure. Niet voor niets is vanavond gekozen voor het Lloyd-hotel, een gebouw dat een lange geschiedenis heeft met migratie, ooit gebouwd als opvangplek voor vluchtelingen uit Duitsland.

Spreker op bijeenkomst LHBT

Veilige haven

Voorzitter Bahram Sadeghi geeft als eerste het woord aan de twee ervaringsdeskundigen. Armin uit Iran en Jessica uit Jamaica kwamen elk naar Nederland om asiel aan te vragen vanwege de discriminatie die zij ondervonden als LHBTI. Voor Armin was het asielgehoor bij de IND de eerste keer dat hij sprak over zijn homoseksualiteit. “Dat was heel bijzonder voor mij”, vertelt hij. “Ik voelde mij voor het eerst vrij om mezelf te zijn, al was dat niet mogelijk op het azc, waar de meeste bewoners niet begripvol zijn richting LHBTI’s.” LHBTI-vluchtelinge Jessica uit Jamaica vertelt dat ze erg goede ervaringen had bij de Nederlandse politie. Daar voelde ze zich in een veilige haven. De problemen ontstonden toen ze te maken kreeg met IND en COA. ‘Waarom ben je transgender?’, vond Jessica een niet te beantwoorden vraag die de IND haar stelde. En bij het COA kreeg ze te maken met overwerkte medewerkers, die weinig begrepen van haar problemen in de opvang als transgender. “De communicatie verliep werkelijk op een laag niveau en er is een groot gebrek aan kennis bij het COA”, vertelt ze.

Deelnemers in de zaal bij bijeenkomst LHBT

Zoenen op de stoep

Sadeghi nodigt IND-medewerker André Meeusen uit op het podium. Meeusen is hoor- en beslismedewerker asiel. Dat betekent dat hij ook regelmatig te maken krijgt met asielzoekers die zeggen dat ze homoseksueel zijn, terwijl ze dat niet zijn. De zaal vindt dat duidelijk moeilijk te geloven. Het voorbeeld dat Meeusen geeft, van een asielzoeker die op de stoep van het aanmeldcentrum stond te zoenen met zijn vriendin en vervolgens asiel aanvroeg vanwege zijn problemen als homoseksueel, roept weerstand op in de zaal. “Het kan een façade zijn voor zijn familie”, zegt een medewerker van COC Utrecht.

Deelnemers bij bijeenkomst LHBT

Conclusies

Daarna wordt het publiek opgedeeld in groepen om te discussiëren over onderwerpen als: moeten IND en COA het altijd geloven als iemand aangeeft LHBTI te zijn? De meningen hierover zijn flink verdeeld. Elke belangenorganisatie voor LHBTI’s kent voorbeelden van asielzoekers wier homoseksualiteit onterecht niet werd geloofd door de IND. Elke medewerker van IND en COA kent voorbeelden van mensen die in hun asielprocedure zeiden homoseksueel te zijn, terwijl dit niet waar was. Na een stroeve start komt het gesprek dan toch op gang. “Wat doen jullie als jullie zien dat iemand onterecht niet is geloofd in de asielprocedure?”, wil een IND’er weten. Een COC-medewerker vertelt dat er vaak een brief aan de IND wordt geschreven. Een medewerker van Safe Haven beaamt dat, al schrijft hij meestal in opdracht van een advocaat een verklaring over zijn inschatting van het LHBTI-schap van een asielzoeker. Iedereen heeft de ervaring dat het wel degelijk mogelijk is om een verkeerde beslissing van de IND recht te zetten in de beroepsfase of met een nieuwe procedure. Terug in de zaal wordt vanuit de groepen teruggekoppeld wat hun belangrijkste conclusies zijn. De LHBTI-asielzoeker heeft extra begeleiding nodig en moet met sensitiviteit benaderd worden, ook vanwege grote culturele verschillen. Niet iedereen is gewend om over zijn seksuele gerichtheid te spreken.

Leven opbouwen

Veel aanwezigen hebben behoefte om dit gesprek op een meer structurele wijze voort te zetten. IND en COA gaan de mogelijkheden hiervoor onderzoeken. Als laatste krijgt LHBTI-vluchteling Armin het woord: “Hoe gaat het nu met je? Hoe is het leven nadat je asiel hebt gekregen?”, vraagt Sadeghi. “Ik bouw mijn leven op”, vertelt Armin lachend. “Want het leven is een feestje, maar je moet de slingers zelf ophangen.” Bovenal wil hij Nederland bedanken voor de bescherming die hij heeft ontvangen. “In Nederland voelt elke dag als een bevrijdingsdag voor mij.”