Tekst DT&V
Foto Albert Bos (NOS)

Op 1 maart organiseerde de DT&V een overheidsvlucht naar Albanië. De vlucht vertrok vanuit Rotterdam met vijftig illegale Albanese vreemdelingen aan boord, 46 uit Nederland en 4 uit België. Wat kwam daar allemaal bij kijken? Een terugblik vanuit de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Dit was de derde keer dat Nederland een overheidsvlucht naar Albanië regelde, eerder waren er ook vluchten naar onder meer Nigeria. Bij een overheidsvlucht zorgt de DT&V ervoor dat er meerdere vreemdelingen tegelijk per vliegtuig uit Nederland en eventueel uit andere lidstaten kunnen vertrekken, in samenwerking met de IND, DJI, DV&O en KMar. Het vliegtuig wordt dan speciaal voor dit doel gehuurd.

Grote groep Albaniërs

Bij deze overheidsvlucht was de grootte van de groep uit te zetten Albanese vreemdelingen de belangrijkste reden voor de DT&V om hiervoor te kiezen. Bovendien stemden zowel Frontex (die de vlucht mede coördineerde) als de Albanese autoriteiten in met een zogenaamde ‘collecting flight’. Hierdoor zorgden de Albanese autoriteiten voor de beveiliging aan boord en werden de vreemdelingen al in Rotterdam overgedragen. Daarnaast hoefde de KMar niet zelf als begeleiding mee te vliegen, wat een aanzienlijke personele besparing opleverde. Bij deze vlucht gingen wel, net als bij alle overheidsvluchten, medewerkers van de DT&V en de Inspectie van Justitie en Veiligheid mee. Ook een Frontex observer was aanwezig tijdens de vlucht naar Tirana.

Logistieke puzzel

Bij zo’n overheidsvlucht komt heel wat kijken, ook als de vreemdelingen niet door de autoriteiten van het betreffende land worden begeleid. “Voorafgaand is het een behoorlijk logistieke puzzel om alles op tijd voor elkaar te krijgen”, vertelt Johan de Visser, medewerker Directie Internationale Aangelegenheden bij de DT&V. “Wie is daadwerkelijk verwijderbaar? Wie start er op de vliegtuigtrap nog snel een nieuwe procedure en kan die dan nog tijdig worden afgedaan? Dat zijn allemaal zaken waar we rekening mee moeten houden. Met de IND stemmen we de scenario’s van tevoren af, zodat zij medewerkers achter de hand hebben die eventueel snel kunnen beslissen op een nieuw ingediende procedure. Dat afstemmen met verschillende partijen is sowieso een langdurig traject; voor één vlucht ben je al gauw een paar weken continu bezig. Uiteindelijk komen alle losse eindjes bij elkaar en kan de daadwerkelijke overdracht in gang worden gezet.”

Samenwerking

Vanuit Nederland vertrekken alle overheidsvluchten vanaf Rotterdam/The Hague Airport. Dit is niet alleen dichtbij het Detentiecentrum Rotterdam waar vreemdelingen verblijven in afwachting van hun uitzetting, ook de faciliteiten op dit vliegveld zijn, vanwege de kleinschaligheid, beter geschikt voor deze vluchten dan Schiphol.
Op het Detentiecentrum Rotterdam vindt enige dagen voor vertrek een briefing met alle ketenpartners plaats, met aandacht voor het logistieke proces. De Visser: “Of het nu gaat om een individuele uitzetting of om een speciale overheidsvlucht, samenwerking tussen alle betrokken partijen is essentieel. Gelukkig is deze uitstekend. Waarbij er in dit geval natuurlijk ook veel geschakeld werd met de Albanese autoriteiten.”
Het resultaat was dat er, na alle voorbereidingen op logistiek terrein en dankzij de samenwerking met alle partijen, op 1 maart 2018 een geslaagde overheidsvlucht naar Albanië kon plaatsvinden.  

Persbericht DT&V.

Frontex

Als er veel vreemdelingen in dezelfde periode uit een bepaald land moeten worden uitgezet, is het efficiënter om een speciale overheidsvlucht in te zetten. Dit gebeurt met behulp van de organisatie ‘Frontex’. Alle landen in Europa kunnen hiervan gebruik maken. Nederland organiseert soms zelf een vlucht via Frontex, maar meestal maakt de DT&V gebruik van vluchten die andere lidstaten organiseren. In dat geval brengt de DT&V, in samenwerking met o.a. KMar en DV&O, deze vreemdelingen naar een vliegveld in een ander EU-land voor de door Frontex georganiseerde overheidsvlucht.

Individuele uitzetting

Het gedwongen uitzetten van vreemdelingen gebeurt meestal via reguliere lijndiensten vanaf Schiphol, zo mogelijk direct naar het land van herkomst. Deze individuele uitzetting heeft verreweg de voorkeur, omdat de persoon dan over het algemeen zo snel mogelijk kan terugkeren, het minder ingrijpend is en kosten voor bewaring scheelt.  
De regievoerder van de Dienst Terugkeer en Vertrek geeft in een aantal vertrekgesprekken met de vreemdeling aan wat er precies gaat gebeuren en regelt (indien nodig) een reisdocument, het vervoer naar het vliegveld en het boeken van de vlucht.
De Koninklijke Marechaussee (KMar) regelt de daadwerkelijke uitzetting en de overdracht in het land van herkomst aan de (grensbewakings-)autoriteiten. Indien noodzakelijk, bijvoorbeeld door (verwacht) agressief gedrag van de vreemdeling, gaan er twee escorts van de KMar mee als begeleiding. Zijn er medische omstandigheden, dan gaat er ook altijd een medische escort mee.