Tekst Sander Kuipers
Foto Kick Smeets

In Detentiecentrum Rotterdam (DCR) verblijven vreemdelingen die terug moeten keren naar het land van herkomst. Vreemdelingenbewaring, uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), is het sluitstuk van gedwongen vertrek. De verblijfsduur is gemiddeld 43 dagen. “Het humane karakter staat hier centraal.”

De kerntaak van DJI is het beschikbaar houden van de vreemdeling ten behoeve van terugkeer. “Maar je kunt een detentiecentrum niet vergelijken met een gevangenis, hier bieden we  meer vrijheden”, schetst directiesecretaris Mustapha Ahajjam. “Overdag bewegen de ingeslotenen, zoals wij ze noemen,  vrij binnen de inrichting en kunnen zij onbeperkt sporten, meedoen aan activiteiten en naar buiten, op de luchtplaats. ’s Avonds staat de deur van hun kamer open en kunnen ze op hun afdeling recreëren. We proberen de uren achter de deur zo veel mogelijk te beperken.” Omdat het om vreemdelingen gaat, wordt er geen arbeid aangeboden. “Het aanbieden van een afwisselend en uitdagend activiteitenprogramma is daarom extra belangrijk. We moeten voorkomen dat ze zich gaan vervelen, want dat is nooit goed natuurlijk. Ik denk dat ons activiteiten- en sportteam daar in slaagt”, vertelt detentietoezichthouder Adil Sousy. “Zo is er fitness, zijn er afwisselende balsporten en wordt er regelmatig een Bootcamp georganiseerd. Uiteraard spelen we in op de vele multiculturele achtergronden die we hier hebben. Indiërs willen bijvoorbeeld graag cricket spelen, dan wordt dit ook georganiseerd. Dat is het mooie, er wordt zo aandacht besteed aan iedereen.”

detentiecentrum Rotterdam

Investeren in de relatie

In DCR verblijven rond de 400 volwassen mannen. Ahajjam: “We merken de laatste jaren een verharding van de populatie. We weten dat meer dan de helft een strafblad heeft. Dat is veel meer dan vroeger. Toch staan respect en humaniteit voor de medemens bij ons centraal.” Naast de vrijheden binnen de muren heeft de detentietoezichthouder, die werkt op de afdeling, een belangrijke rol in het tot uiting brengen van het humane beleid. “Vroeger was een detentietoezichthouder iemand die alleen orde en rust moest handhaven”, vertelt Sousy. “Nu begeleiden we mensen en gaan we meer dan ooit met ze in gesprek. Het is belangrijk dat we investeren in de relatie. Het creëert rust, en we helpen ze daarmee ook. We veroordelen ook niet direct, omdat we weten in welke situatie iemand kan zitten. Als iemand bijvoorbeeld een sigaret opsteekt op een plek waar dat niet mag, maak ik niet direct een rapport op, maar ga ik in gesprek op zijn kamer over wat er aan de hand is. Dat voorkomt een hoop ellende. Met sommige mensen is het gesprek aangaan lastig, omdat ze niet voor rede vatbaar zijn of vanwege een taalbarrière. We proberen een situatie te allen tijde eerst te de-escaleren. En als we er zelf niet uitkomen, vragen we hulp aan bijvoorbeeld de Geestelijke verzorging. Mijn eigen eer is niet belangrijk. Ik wil gewoon geen escalatie in de inrichting.”

Trainingen

De medewerkers volgen trainingen om hier mee om te gaan, zoals de training ‘verbal judo’. Met heel veel verschillende culturen in één gebouw is kennis hiervan een must. Ahajjam: “We hebben de training ‘intercultureel werken’ waar je leert hoe je omgaat met andere culturen. Die zit nu ook in de opleiding tot detentietoezichthouder. Nieuw personeel wordt geselecteerd op sociale vaardigheden, het liefst met een sociale opleiding als achtergrond. We hebben sinds kort een samenwerkingsverband met een Mbo-school. Deze maand starten hier twaalf stagiaires van een sociale opleiding.”

Motiveren

Bij DCR wordt samengewerkt met de DT&V. Sousy: “De DT&V huist bij ons in. We zoeken elkaar dus gemakkelijk op. DT&V informeert ons bijvoorbeeld als ze een negatief gesprek gaan voeren met een ingeslotene over zijn aanstaande vertrek, zodat wij er rekening mee kunnen houden als hij terugkomt op de afdeling. Andersom motiveren wij de mensen waar nodig om naar gesprekken met DT&V te gaan. Want ook dat is wat we doen, in gesprek gaan over terugkeer. Of we verwijzen hen naar de DT&V of de IOM. Die gesprekken zijn belangrijk, want ik gun ze oprecht het allerbeste.”

detentiecentrum Rotterdam

Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring

Dit najaar wordt de nieuwe Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring behandeld in de Eerste Kamer. Deze wet, die in juni in de Tweede Kamer behandeld is, ziet specifiek op vreemdelingenbewaring terwijl vreemdelingenbewaring in de huidige situatie een onderdeel is van de meer generieke Penitentiaire beginselenwet. De nieuwe wet biedt voor vreemdelingen meer mogelijkheden als het gaat om bezoek, telefonie en het activiteitenprogramma. Ahajjam: “Het mooie is dat we wat betreft de vrijheden binnen Detentiecentrum Rotterdam al vooruit lopen op de wet. Een mooi voorbeeld hiervan is de invoering van een avondprogramma. Wat de wet straks van ons vraagt, leveren we dus al grotendeels.”