Tekst Sandra van Egmond
Foto Kick Smeets

Op 1 januari is de meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling aangescherpt. Ook COA-medewerkers moeten vermoedens van acute en structurele onveiligheid eerder melden bij Veilig Thuis. Waar hebben zij in de praktijk mee te maken en hoe gaan zij hiermee om?

Een jongen uit Moldavië die van zijn ouders niet naar school mocht, omdat hij op zijn broertjes moest passen. Een moslima die door haar man werd verwond met een theeglas. Een Eritrees meisje dat ceremonieel werd besneden. Een paar voorbeelden van huiselijk geweld en kindermishandeling waar woonbegeleider Gerko van der Sluis de afgelopen maanden in azc Assen mee te maken had. Van der Sluis: “We krijgen wekelijks signalen binnen. Kinderen met te weinig kleding aan of wallen onder de ogen. Vrouwen die hun huis niet uitkomen. Geschreeuw in een gang. We registreren alles en doen een melding bij Veilig Thuis zodra er een vermoeden is van acute of structurele onveiligheid.”

Hoger risico

Asielzoekersgezinnen in COA-locaties lopen meer risico als het gaat om huiselijk geweld en kindermishandeling dan een gemiddeld gezin. Dat heeft volgens Jeanine Slik, beleidsadviseur bij het COA, te maken met de kwetsbare positie waarin asielzoekers zich bevinden. "Onze bewoners leven in constante onzekerheid over hun procedure, huisvesting en toekomst. Voor veel mensen is het een reëel perspectief dat er geen toekomst is in Nederland. Daar komen nog allerlei risicofactoren bij zoals verhuizen, geen werk hebben, de hele dag thuis zitten, veel stress. Ook cultuurspecifieke factoren spelen een rol. In sommige culturen is het geven van een klap een manier om kinderen te disciplineren.”

Aandachtsfunctionarissen

Het is volgens Slik dan ook goed dat de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in 2013 is ingevoerd en dat die ook geldt voor COA-professionals. Slik: “Het COA ging in 2013 direct werken met aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling. Op dit moment zijn er twee tot vier op elke opvanglocatie. De aandachtsfunctionarissen zijn getraind en voeren de regie op huiselijk geweld en kindermishandeling op hun locatie. Iedereen signaleert: Trigion-beveiligers, de huismeester, woonbegeleiders, vrijwilligers. De aandachtsfunctionarissen brengen alle signalen in kaart, gaan in gesprek met slachtoffers, ketenpartners en instanties zoals scholen en GezondheidsZorg Asielzoekers, en doen als het nodig is een melding bij Veilig Thuis.”

Gerko van der Sluis

Verbeterde meldcode

De meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling is per 1 januari verbeterd. Het is nu een professionele norm om een melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens zijn van acute en structurele onveiligheid. Veilig Thuis heeft een radarfunctie en brengt signalen uit verschillende bronnen over een langere periode bijeen. De meldcode bestond altijd al uit vijf stappen. Nieuw is dat professionals in stap 4 en 5 van de meldcode verplicht een afwegingskader moeten gebruiken dat hen helpt beslissen. Is melden bij Veilig Thuis noodzakelijk? Is zelf hulp bieden of organiseren ook (in voldoende mate) mogelijk? Het COA heeft het afwegingskader opgenomen in het aangepaste protocol verbeterde meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van de organisatie.

Veilig Thuis

Woonbegeleider Van der Sluis is een van de ruim 200 aandachtsfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling bij het COA die met de verbeterde meldcode werkt. Van der Sluis: “De bedoeling is dat we acute en structurele onveiligheid eerder melden. Wat voor mij nieuw is, is dat ik bij een melding samen met Veilig Thuis alle vragen uit het afwegingskader doorloop. Gaat het om een incident of voortdurende situatie? Welke onveiligheid zie je voor betrokkenen? Is er gelegenheid om in contact te komen met alle betrokkenen? Is duidelijk welke hulp passend en nodig is? De meldcode was altijd summier. Nu is het een uitgebreid stappenplan. Als je die stap voor stap doorloopt, weet je zeker dat je zorgvuldig handelt.”

Syrisch gezin

Van der Sluis geeft een praktijkvoorbeeld. Hij kreeg drie maanden geleden vanuit school signalen dat een 8-jarige Syrische jongen vermoeid en schrikkerig overkwam. Thuis werd veel geschreeuwd, moeder kwam bijna niet buiten. Op advies van Veilig Thuis ging Van der Sluis in gesprek met de ouders, maar dat verliep moeizaam. Omdat er sprake was van structurele onveiligheid en het COA geen passende hulp kon bieden, meldde hij de situatie bij Veilig Thuis. Ze namen het afwegingskader uitgebreid samen door. Veilig Thuis maakte vervolgens veiligheidsafspraken met de ouders en regelde opvoedondersteuning bij de GGD. Toen de vrouw alsnog met een theeglas op haar hoofd werd geslagen, kreeg de man een tijdelijk huisverbod en nam Veilig Thuis de monitoring van het gezin volledig over.

Geen hulpverleners

“We hebben korte lijntjes met Veilig Thuis,” zegt Van der Sluis, “zodat zij snel betrokken zijn bij een onveilige situatie. Ik vind het nog wel eens lastig dat instanties zoals Veilig Thuis vaak denken dat wij hulpverleners zijn, omdat er 24/7 COA-medewerkers of beveiligers op een opvanglocatie aanwezig zijn. Wij begeleiden bewoners bij het wegwijs worden en participeren in de nieuwe omgeving en bij de voorbereiding op de toekomst, maar we zijn geen hulpverleners. De gezinnen zijn zelfredzaam en wij zien niet 24/7 wat er achter de voordeur gebeurt. En als er langere tijd een conflictsituatie is, hebben wij niet genoeg deskundigheid en menskracht om die te beteugelen.”

Context kennen

Beleidsadviseur Slik: “We organiseren informatiebijeenkomsten waar we medewerkers van Veilig Thuis vertellen in welke context het COA werkt. Hoeveel COA-medewerkers en beveiligers er op een locatie aanwezig zijn. Welke begeleiding wij bieden aan bewoners. We vertellen ze ook over onze doelgroep. Hoeveel mensen wonen er op een locatie? Waarom verblijven uitgeprocedeerde gezinnen op speciale gezinslocaties? Waarom verhuizen gezinnen soms naar een andere locatie, zodat ze onder een andere regio van Veilig Thuis vallen? Als wij een melding doen bij veilig Thuis, kunnen zij beter inschatten wat er nodig is bij huiselijk geweld en kindermishandeling op het azc en sneller hulp inschakelen.”

Gerko van der Sluis