Tekst Heleen Grimmius
Foto Ilse Weisfelt

Een veilig thuis voor ieder kind. Hoe logisch het ook klinkt, helaas is dat niet vanzelfsprekend. In situaties waarin een kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, kan de rechter ingrijpen. Voor kinderen die geen rechtmatig verblijf in Nederland hebben en waarbij de rechter een kinderbeschermingsmaatregel heeft uitgesproken, wordt op 1 oktober nieuw beleid van kracht waardoor zij (tijdelijk) verblijfsrecht krijgen.

Pieter Brouwer is senior beleidsadviseur bij de IND. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkeling van het nieuwe beleid. "Kinderen kunnen om allerlei schrijnende redenen in hun ontwikkeling worden bedreigd", vertelt hij. "Maar als kinderen dan ook nog eens geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland, komt daar nog een extra probleem bij. Voorheen konden dit soort kinderen in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van de discretionaire bevoegdheid, maar die is sinds 1 mei afgeschaft. Voor deze groep minderjarige kinderen moest dus dringend iets geregeld worden."

Eén jaar geldig

Met het nieuwe beleid dat op 1 oktober ingaat, is dat nu gebeurd. "Als een rechter een kortdurende kinderbeschermingsmaatregel oplegt, wordt geen verblijf verleent", legt Brouwer uit. "Maar als de maatregel voor één jaar is opgelegd en de maatregel kan niet worden uitgevoerd in het land van herkomst, dan verlenen we een verblijfsvergunning voor de duur dat de maatregel is opgelegd." Gedurende die periode werken ouders en hulpverleners aan het opheffen van de ernstige bedreiging. Wordt de maatregel verlengd, dan kan ook de verblijfsvergunning verlengd worden.

Terugkeer blijft het oogmerk

Hoewel er dus een verblijfsvergunning verstrekt wordt, blijft terugkeer het uiteindelijke doel. "Het gaat om mensen die niet voor een andere verblijfsvergunning in aanmerking komen", zegt Brouwer. "Die moeten dus terug. Maar als de rechter een kinderbeschermingsmaatregel oplegt, wil je dat graag faciliteren zodat het kind in een stabiele situatie met zijn ouders kan terugkeren. Ook de ouders komen daarom voor de duur van de maatregel in aanmerking voor een tijdelijke verblijfsvergunning, behalve als hen het gezag afgenomen is."

Voorwaarden

Aan de verblijfsvergunning zijn overigens wel voorwaarden verbonden: zo blijft het paspoortvereiste van kracht, mogen er geen openbare orde-aspecten spelen en mag het kind niet in aanmerking komen voor een andere verblijfsvergunning. De belangrijkste voorwaarde is dat de benodigde hulpverlening niet overdraagbaar is aan het land van herkomst. Brouwer: "De DT&V controleert of er ook in het land van herkomst gewerkt kan worden aan de kwetsbare situatie, en of passende hulpverlening daar beschikbaar is. Als dat het geval is, is er geen grond om een verblijfsvergunning voor Nederland af te geven. Bij EU-lidstaten en Dublinlanden wordt de benodigde hulpverlening zonder onderzoek als overdraagbaar beschouwd."

Samen met partners

Ketenpartners als de DT&V spelen dus een belangrijke rol in het nieuwe beleid. Brouwer: "We hebben bij het ontwikkelen van het beleid nauw samengewerkt met de DT&V en de Raad voor de Kinderbescherming. We werkten al samen in het project ‘In het belang van het kind', en binnen dit project is dit beleid ontwikkeld en tot stand gekomen. Het is belangrijk dat dit beleid er komt en ik ben blij dat we, samen met onze partners, iets voor deze kinderen hebben kunnen regelen."

Meer informatie
Lees meer over het nieuwe beleid voor kinderen met een maatregel.