Foto Freek van den Bergh

Benodigde opvangcapaciteit COA tot 2023

Het COA heeft nog steeds behoefte aan nieuwe locaties, zowel op korte als op middellange termijn. In de eerste helft van 2021 heeft het COA ruim 2.000 nieuwe opvangplekken nodig, omdat een aantal locaties moet sluiten. Belangrijk is wel dat lopende gesprekken over verlenging van andere bestaande locaties succesvol kunnen worden afgerond. Als dit niet lukt, wordt het aantal te zoeken plekken hoger en kan het oplopen naar ruim 5.000.

Het COA heeft begin januari de benodigde opvangcapaciteit tot 2023 vastgesteld. Op basis van de huidige prognoses is de verwachting dat tot 2023 circa 31.000 opvangplekken nodig zijn. Afgezet tegen de beschikbare capaciteit van het COA op dit moment en de geplande sluiting van locaties betekent dit dat er in de eerste helft van 2021 nog ruim 2.000 nieuwe plekken nodig zijn. Dit aantal is gedaald ten opzichte van eerdere berekeningen. Dit komt door het feit dat door het coronavirus minder asielzoekers naar Nederland zijn gekomen dan verwacht en omdat op veel plaatsen bestuursovereenkomsten zijn verlengd. Als andere aflopende bestuursovereenkomsten met gemeenten niet verlengd worden, zijn er eind 2021 in totaal ruim 5.000 extra plekken nodig.

Ongewenste keuzes
Het afgelopen jaar was lastig voor het COA. De bezetting op alle locaties was extreem hoog, wat mede door corona tot problemen leidde. Nieuwe locaties werden in beperkte mate gevonden. Toch is het de medewerkers van het COA gelukt om door enorm hard te werken iedereen die daar recht op heeft een opvangplek te bieden. Dit was alleen mogelijk door ongewenste keuzes te maken die veel invloed hadden op de leefbaarheid, veiligheid en beheersbaarheid op en rondom locaties. Denk hierbij aan de bijna dagelijkse interne verhuizingen waarbij mensen regelmatig een andere kamer kregen, om het aantal kamers en bedden zo optimaal mogelijk te in te zetten. Ook werden bewoners voornamelijk digitaal begeleid en voorbereid op hun toekomst in plaats van mondeling. Beide situaties zijn verre van ideaal.

Maatregelen voor meer opvangruimte
Omdat veel opvanglocaties praktisch vol zitten, neemt het COA in samenwerking met de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken een aantal maatregelen om de druk op de opvang te verlichten (zie de Tweede Kamerbrief van 24 november over dit onderwerp). Voorbeelden zijn versoepeling van de logeerregeling (hierbij mogen vergunninghouders drie maanden bij gastgezinnen, vrienden of familie logeren tijdens het wachten op een eigen woning) en de versoepelde toepassing van het programma van eisen op bestaande locaties. Daarnaast verkent het COA de inzet van cruiseschepen en hotels als mogelijke opvanglocatie. Lees meer

Asielinstroom in 2020

De situatie rondom COVID-19 en de daaraan gekoppelde maatregelen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan, hadden in de eerste helft van 2020 impact op het aantal asielaanvragen en de verwerking daarvan.

​Vanaf juni loopt de totale asielinstroom (te weten het totaal van eerste en herhaalde asielaanvragen en nareizigers) verder op. In december vroegen 1.899 personen asiel aan. De totale asielinstroom in 2020 bedroeg 19.132. Dat is een daling ten opzichte van de twee voorgaande jaren. Ter vergelijking: de totale asielinstroom in 2019 bedroeg 29.435 en de totale asielinstroom in 2018 bedroeg 30.380. De top 5 van herkomstlanden van asielzoekers die in 2020 een asielaanvraag indienden bestaat uit: Syrië (5.566), Eritrea (1.504), Turkije (1.265), Algerije (1.062) en Jemen (861).

Eerste asielaanvragen
Het aantal eerste asielaanvragen bedroeg in december 1.216. Het totale aantal eerste asielaanvragen in 2020 bedroeg 13.673. De top 5 van landen bestaat uit: Syrië (4.022), Algerije (993), Turkije (989), Marokko (774) en Nigeria (633). Ter vergelijking: het totale aantal eerste asielaanvragen in 2019 bedroeg 22.533 en het totale aantal eerste asielaanvragen in 2018 bedroeg 20.353.

Herhaalde asielaanvragen
Het aantal herhaalde asielaanvragen bedroeg in december 136. Het totale aantal herhaalde asielaanvragen in 2020 bedroeg 1.596. De top 5 van landen bestaat uit: Afghanistan en Iran (182), Irak (175), Nigeria (96), Syrië (83) en Marokko (73). Ter vergelijking: het totale aantal herhaalde asielaanvragen in 2019 bedroeg 2.723 en het totale aantal herhaalde asielaanvragen in 2018 bedroeg 3.564.

Nareizigers
Het aantal ingereisde nareizigers bedroeg in december 547. Het totale aantal nareizigers in 2020 bedroeg 3.863. De top 5 bestaat uit: Syrië (1.461), Eritrea (1.070), Jemen (423), Turkije (255) en staatloos (132). Ter vergelijking: het totale aantal nareizigers in 2019 bedroeg 4.179 en het totale aantal nareizigers in 2018 bedroeg 6.463.

AMV
Het aantal asielaanvragen ingediend door alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) bedroeg in december 165. Het totale aantal asielaanvragen ingediend door AMV in 2020 bedroeg 986. De top 5 bestaat uit: Syrië (446 ), Marokko (143 ), Eritrea (81 ), Algerije (61) en Afghanistan (46). Ter vergelijking: het totale aantal asielaanvragen ingediend door AMV in 2019 bedroeg 1.046 en in 2018 bedroeg dat aantal 1.225.

Gevolgen Brexit voor overdracht vreemdelingen

Het Verenigd Koninkrijk (VK) is sinds 1 januari 2021 geen partij meer bij de Dublinverordening. Dit betekent dat asielzoekers in Nederland die nog een asielprocedure in het Verenigd Koninkrijk hebben lopen niet meer op grond van de Dublinverordening kunnen worden overgedragen aan het Verenigd Koninkrijk en vice versa.

Deze asielzoekers worden nu in de nationale procedure opgenomen. Hierbij zal bezien worden of het asielverzoek niet-ontvankelijk verklaard kan worden op de grond dat het VK voor de vreemdeling een veilig derde land is. In dergelijke zaken kan de vreemdeling gedurende het daaropvolgende terugkeerproces zijn toelating tot het VK trachten te regelen, bijvoorbeeld door zich te wenden tot de VK-ambassade voor het verkrijgen van een inreisvisum. De DT&V kan de vreemdelingen hierbij faciliteren. Reguliere gezinsherenigingsprocedures, waarbij een statushouder, of een op andere gronden rechtmatige verblijvende vreemdeling om overkomst van zijn familieleden kan verzoeken, blijven van toepassing.

Voorstellen Asiel- en Migratiepakket

De Europese Commissie heeft afgelopen najaar een nieuw Asiel- en Migratiepakket gepresenteerd. Dit pakket omvat een groot aantal wetsvoorstellen en beleidsvoornemens van de Commissie met als doel het realiseren van efficiëntere asielprocedures, een eerlijkere verdeling van asielzoekers en een effectiever terugkeerbeleid.

De Commissie stelt onder andere voor om de Dublinverordening te vervangen door de Verordening Asiel- en Migratiebeheer. Het meest in het oog springende punt van dit voorstel is het invoeren van een nieuw solidariteitsmechanisme. Dit houdt kortgezegd in dat lidstaten die onder hoge migratiedruk staan (verplichte) hulp krijgen van andere lidstaten. Dit kan door het overnemen (hervestigen) van vreemdelingen of het regelen van de terugkeer op het grondgebied van de lidstaat die onder druk staat (terugkeersponsoring). Wanneer het regelen van de terugkeer niet binnen acht maanden lukt, moet de sponsorende lidstaat de vreemdeling overnemen.

Het Europese Parlement en de lidstaten (Raad) moeten als medewetgevers een akkoord vinden over deze nieuwe voorstellen. Dat gaat niet zonder slag of stoot. Zo zijn niet alle lidstaten het met elkaar eens en zijn de voorstellen nog niet op alle punten even duidelijk uitgewerkt. Er zal de komende tijd hierover dan ook nog druk overlegd en onderhandeld worden.

Schattingen onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen 2017-2018

In opdracht van het WODC heeft de Universiteit Utrecht een nieuwe illegalenschatting uitgevoerd. Het onderzoek wijst uit dat tussen medio 2017 en medio 2018 naar schatting tussen de circa 23.000 en 58.000 vreemdelingen onrechtmatig in Nederland verbleven.

De nieuwe illegalenschatting kan worden geplaatst in een reeks van schattingen die een periode van twintig jaar beslaat. De opeenvolgende schattingen vertonen sinds 2002 een dalende tendens. Het rapport duidt deze neergaande trend aan de hand van wijzigingen in nationaal en Europees beleid en in migrantenstromen in de afgelopen decennia.

#Meedoen begint in het azc!

Meedoen in de samenleving bevordert het welbevinden en de gezondheid van asielzoekers in de opvanglocaties van het COA. Door mee te doen vergroten bewoners hun kennis van de Nederlandse taal en cultuur, doen ze werkervaring op en komen ze in aanraking met Nederlanders. Vaker meedoen, het liefst in de directe omgeving van het azc, daar draait het om in het AMIF-project ‘Participatie en taal’.

Het AMIF-project 'Participatie en taal' is een vervolg op het project ‘Aan de slag’. Van 2018 tot eind 2019 is ‘Aan de slag’ ingezet als een methode op COA-opvanglocaties om bewoners te betrekken bij vrijwilligerswerk in de omgeving. Op ruim 20 locaties zijn in die periode balies gestart waar zoveel mogelijk asielzoekers werden gekoppeld aan vrijwilligersklussen in de gemeente, zoals onderhoud van wijktuintjes of activiteitenbegeleiding in de zorg.

Breed aanbod vanuit #Meedoen
Het vervolgproject 'Participatie en taal' krijgt de titel #Meedoen. Met deze nieuwe naam leggen we ook een aantal nieuwe accenten in vergelijking met ‘Aan de slag’. Naast vrijwilligerswerk bieden we ook andere participatie-activiteiten aan, denk aan sport, recreatie of taal. Daarnaast geven we extra aandacht aan de participatie van vrouwen en kwetsbare groepen, en willen we de samenwerking met gemeenten en lokale partners intensiveren en bestendigen.

#Meedoen-balies in 40 azc's
Het COA werkt in het project 'Participatie en taal', net als bij 'Aan de slag', samen met Vereniging NOV en Pharos. Voor dit nieuwe project maken we gebruik van ‘Aan de slag’  We hebben handige middelen die er al waren uitgebreid met bijvoorbeeld een leidraad voor azc’s over participatie. Met daarin praktische handvatten voor azc's om zelf ook een #Meedoen-balie op te starten. Bijna 40 azc’s doen mee aan dit nieuwe project. Daarvan zijn er 20 al bekend met ‘Aan de slag'.

Taal is de basis
In het AMIF-project ‘Participatie en taal’ creëren we allereerst de #Meedoen-balies. Een voorwaarde voor succesvolle participatie is een goede taalbeheersing. Daarom is een betere taalvaardigheid ook onderdeel van het project. Op de procesopvanglocaties bieden we NT2-lessen aan voor kansrijke asielzoekers. Ook organiseren we in het project (digitale) trainingen en themabijeenkomsten voor medewerkers op locaties over het thema participatie. Het project ‘Participatie en taal’ loopt van augustus 2019 tot en met december 2021.

Wat zijn de gevolgen van corona voor het migratiebeleid?

Als nationaal contactpunt voor het Europees Migratienetwerk (EMN) levert EMN Nederland veelvuldig bijdragen aan vergelijkend beleidsonderzoek binnen Europa. Recent zijn onderzoeken gedaan naar de gevolgen van corona voor het migratiebeleid en bijbehorende processen.

In mei 2020 is het EMN gestart met een serie onderzoeken om de effecten van corona nader in kaart te brengen binnen de lidstaten. De onderwerpen van deze onderzoeken zijn reguliere migratie, werkgelegenheid, internationale studenten, remittances en terugkeer.

De opvallendste resultaten (onderzoeksperiode: maart-juli 2020)
In het begin van de pandemie sloten 21 lidstaten de kantoren/loketten voor het aanvragen van verblijfsvergunningen. Nederland en 10 andere lidstaten waren alleen open voor gevallen waarin een fysieke afspraak nodig was, zoals het afnemen van biometrie.

Ruim de helft van de lidstaten paste het beleid voor toelating van internationale studenten niet aan. Wel boden ze veel alternatieven om bijvoorbeeld online te studeren. EU-lidstaten ontvingen minder aanmeldingen van internationale studenten voor het nieuwe studiejaar.

Corona had veel invloed op arbeidsmigratie: er kon minder grensverkeer plaatsvinden om verspreiding van het virus tegen te gaan. Dit betekende een daling van het aantal nieuwe werknemers van buiten de EU op de arbeidsmarkt. Enkele landen namen voor essentiële beroepen in bepaalde sectoren (bijv. in de gezondheidszorg) maatregelen, zoals versnelde procedures. Nederland nam deze maatregelen niet.

In sommige landen speelde dat er weinig seizoenarbeiders uit derdelanden konden komen, waardoor tekorten op de arbeidsmarkt ontstonden. Dit werd in enkele EU-landen opgelost door de tijdelijke verblijfsvergunning van derdelanders die er nog waren te verlengen. In Nederland speelde dit niet; in Nederland zijn in voorgaande jaren geen seizoenarbeiders van buiten de EU toegelaten omdat er voldoende werkaanbod binnen de EU is.

21 EU-lidstaten (waaronder Nederland), Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk zorgden ervoor dat arbeidsmigranten die werkloos waren geworden hun verblijfsvergunning lang genoeg konden houden om een nieuwe baan te zoeken.

Meer informatie: onderzoek op EMN-website

Over EMN
Het Europees Migratienetwerk (EMN) is het EU-onderzoeksnetwerk voor migratie en asiel. EMN Nederland is het Nederlandse contactpunt van EMN.