Tekst Karin Lassche
Foto Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht. DJI

Criminele vreemdelingen zonder verblijfsrecht hebben prioriteit in het terugkeerbeleid. Ondanks de reisbeperkingen is het ook in 2020 gelukt het merendeel aansluitend aan hun straf uit te zetten. Hoe gaat dat in zijn werk?

In de uitvoering krijgen criminelen die onrechtmatig in Nederland verblijven het label ‘VRIS’: vreemdelingen in de strafrechtketen. VRIS’ers hebben twee dingen gemeen. Eén: ze hebben een strafbaar feit gepleegd waarvoor ze zijn veroordeeld. Twee: ze zijn illegaal in Nederland of hebben hun verblijfsrecht verloren omdat ze ongewenst zijn verklaard.

Strafmaatregelen

Als hun straf nog niet is vastgesteld, gaan criminele vreemdelingen doorgaans eerst naar een Huis van Bewaring. Al naar gelang de straf die de rechter oplegt, worden ze daarna overgeplaatst naar een gevangenis, inrichting voor stelselmatige daders of het Centrum voor Transculturele Psychiatrie (CTP) Veldzicht. Tijdens de detentie werkt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) samen met de ketenpartners aan het vertrek uit Nederland. Dat begint zodra de (Vreemdelingen)politie of de Koninklijke Marechaussee het dossier hebben overgedragen. Elke VRIS’er krijgt een regievoerder toegewezen, die met de vreemdeling in gesprek gaat over terugkeer naar het land van herkomst of overdracht naar de lidstaat die verantwoordelijk is voor zijn asielaanvraag, en het vertrekproces afstemt met alle betrokken partijen.

Veelkleurige caseload

Regievoerder Willemijn, die werkt met VRIS’ers in de PI Ter Apel en PI Veenhuizen, is een van hen. Willemijn: “Wij krijgen dossiers aangeleverd van de politie, die de vreemdeling heeft aangehouden vanwege een strafbaar feit. Dat kan van alles zijn: diefstal, drugssmokkel, maar ook een zwaar delict. De vreemdeling kan een verlopen visum hebben of een asielprocedure hebben doorlopen: er zijn veel verschillende situaties mogelijk.” Haar collega Jennine is een van de regievoerders van de DT&V in CTP Veldzicht. Ook zij heeft een veelkleurige caseload. “Ik heb te maken met vreemdelingen uit allerlei landen, van Marokkanen tot Syriërs, Azerbeidzjanen en Iranërs, maar ook met EU-burgers met een ongewenstverklaring.” Tijdens de lockdowns zijn veel gesprekken telefonisch. Ook bij psychiatrische patiënten is dit mogelijk, aldus Jennine. “Ik bel de afdeling en de medewerkers zorgen dat de vreemdeling aan de telefoon komt. Tegelijkertijd maak ik gebruik van de tolkentelefoon. Dat werkt goed, al mis ik wel de non-verbale communicatie.”

Reisdocumenten

Over vertrek uit Nederland denken VRIS’ers heel verschillend. Willemijn: “De een heeft de wens zo snel mogelijk te worden herenigd met familie in het land van herkomst. Als de vreemdeling dan ook nog een paspoort heeft, kan de terugkeer snel geregeld zijn. Maar er zijn zaken waarbij iemand geen documenten bezit, geen binding heeft met het land van herkomst en een lange detentiestraf moet uitzitten. In een dergelijke zaak kan het zijn dat je veel gesprekken voert om de identiteit te achterhalen en de betrokkene te laten inzien dat er geen toekomst voor hem is in Nederland. Tijdens de vertrekgesprekken onderzoek en trigger je de intrinsieke motivatie van iemand om zelfstandige terugkeer te overwegen en hieraan mee te werken.”

Zoeken naar connectie

De kunst is steeds te zoeken naar een connectie en iets wat de vreemdeling kan motiveren terug te keren. Bij psychiatrische patiënten is dat soms extra lastig, al is Jennine naar eigen zeggen wel wat gewend, omdat ze eerder in een tbs-kliniek werkte. “Ik heb bijvoorbeeld iemand in mijn caseload die niet praat. Ik heb dan ook veel contact met het behandelteam. In alle gevallen overleg ik van tevoren of iemand in staat is een vertrekgesprek te voeren.” Het kan voorkomen dat er wordt samengewerkt met een non-gouvermentele organisatie die hulp kan bieden bij het opbouwen van een nieuw bestaan in het land van herkomst. Bij psychiatrische patiënten regelt de DT&V op advies van de behandelaar adequate nazorg en/of de vervolgbehandeling in het land van herkomst.

Buitenlandse documenten

Aanknopingspunten

Een belangrijke stap is het wegnemen van belemmeringen voor terugkeer, bijvoorbeeld vanwege het ontbreken van geldige reisdocumenten. Mocht de vreemdeling geen geldig paspoort meer hebben, dan kan de regievoerder een laissez-passer laten aanvragen bij de autoriteiten van het land van herkomst. Dan moeten wel de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling bekend zijn. Dat is lang niet altijd het geval, vertelt Willemijn. “Ik ga dan samen met de ketenpartners op zoek naar aanknopingspunten. Denk aan documenten en contacten op basis waarvan de identiteit kan worden vastgesteld, zoals een geboorteakte of telefoontjes met familieleden in het buitenland.” Eventueel kan de straf worden onderbroken als er voor de vreemdeling een reisdocument voorhanden is. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden en de straf blijft altijd staan. Dat betekent dat de vreemdeling het restant van zijn straf moet uitzitten als hij na vertrek terugkeert naar Nederland en wordt aangehouden.

Vreemdelingenbewaring

Uiteindelijk kan de VRIS’er zijn vertrek zowel zelfstandig regelen als laten organiseren door de DT&V. Bij zelfstandig vertrek onder toezicht vertrekt de vreemdeling met ondersteuning van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Hierbij is net als bij gedwongen terugkeer met DT&V sprake van gecontroleerde terugkeer. Het komt voor dat de vreemdeling zijn straf heeft uitgezeten, maar zijn vertrek nog niet is gerealiseerd. In het geval van psychiatrische patiënten wordt beoordeeld of de vreemdeling met een zorgmachtiging in CTP Veldzicht moet blijven of dat de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld kan worden ter fine van uitzetting. Kan dit niet, dan wordt gekeken naar mogelijk verblijf bij familie of in een noodopvang. Bij ‘gewone’ VRIS’ers is inbewaringstelling een optie, mits er zicht is op vertrek. Is dat er niet, dan blijft er niet anders over dan de vreemdeling ontslaan uit de inrichting met een aanzegging om het land te verlaten.

Corona

De reisbeperkingen door de coronapandemie maken het nu soms extra lastig VRIS’ers tijdig te laten terugkeren. Binnen Europa is ook vervoer over de weg ingezet als alternatief voor het vliegtuig, zoals naar Polen. Zowel bij de doorreis als bij de feitelijke overdracht moet daarbij rekening worden gehouden met voorwaarden die elk land stelt, zoals het kunnen laten zien van een negatieve PCR-test. Uiteindelijk was het aandeel gecontroleerd vertrek in 2020 bijna net zo hoog als in andere jaren.

Vertrokken vreemdelingen in strafrecht

In 2020 zijn tot en met december ca. 950 VRIS'ers vertrokken, van wie 630 gecontroleerd. Tegelijkertijd kreeg DT&V er ongeveer 940 VRIS-dossiers bij. Dat is minder dan de jaren ervoor: toen waren dit er ca. 1.450.

Vertrokken VRIS
(afgerond op tientallen)
2018 2019 2020
Zelfstandig vertrek uit Nederland onder toezicht 60 70 90
Gedwongen vertrek uit Nederland 830 870 540
Zelfstandig vertrek zonder toezicht 250 250 320
Totaal 1.140 1.190 950

Werkafspraken in de keten

In de ketenprocesbeschrijving VRIS staan de werkafspraken van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de DT&V, de politie, de Koninklijke Marechaussee, de Dienst Justitiële Instellingen en het Openbaar Ministerie rondom deze groep.
Naar de VRIS-ketenprocesbeschrijving.