Foto IND, Freek van den Bergh

Voor de terugkeer van een ongedocumenteerde vreemdeling is het cruciaal dat duidelijk is wie hij is en waar hij vandaan komt. Dit is nodig om kans te maken op een vervangend reisdocument. Inmiddels heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) veel expertise en een uitgebreid netwerk opgebouwd om documenten te achterhalen die daar meer licht op werpen.

Veel vreemdelingen in de caseload van de DT&V hebben geen geldige reisdocumenten. Om terugkeer naar het gestelde land van herkomst te realiseren, is het aanvragen van een zogenaamd laissez-passer (LP) in dat geval de enige optie. Het is dan aan de autoriteiten van het gestelde land van herkomst om vast te stellen of de persoon in kwestie inderdaad een onderdaan is.

Gericht het gesprek aangaan

Zeker als iemand niet wil vertellen wie hij is, helpt het als een LP-aanvraag goed is onderbouwd. Hiervoor werken de regievoerders nauw samen met de Directie Internationale aangelegenheden (DIA). Senior medewerker Stefan Niemeijer onderstreept het belang van ondersteunende documenten bij een LP-aanvraag waar het herkomstland onderzoek op kan verrichten: “De autoriteiten kunnen dan heel gericht het gesprek aangaan wanneer een vreemdeling wordt geïnterviewd door de vertegenwoordiging op de ambassade of het consulaat. Het beperkt de ruimte van onwilligen om ruis te creëren rondom de nationaliteit.”

Aanknopingspunten

Voorbeelden van dit soort documenten zijn een geboorteakte, huwelijks- of zeemansboekje of verkregen laissez-passers in andere lidstaten. Niemeijer: “Per land verschilt het welke mogelijkheden er zijn om dit soort papieren op te sporen. In samenspraak met ons, kan de regievoerder specifieke informatie proberen te achterhalen bij de vreemdeling op basis waarvan verder onderzoek mogelijk is. Denk aan vroegere werkgevers, een school of studie die is gevolgd, of geloofshuizen waar de persoon zich bij heeft aangesloten.” Belangrijk daarbij is wat betrokkene verklaart in de gehoren en of er stukken in het dossier zitten die aanknopingspunten bieden voor verder onderzoek: variërend van een ‘moneytransfer’ naar iemand in het buitenland, een bewijs van een reisverzekering tot een aangifte van een vermist paspoort.

Informatieverzoeken

In dossiers waarin geen identiteitsdocumenten aanwezig zijn, kunnen regievoerders sinds anderhalf jaar ook een beroep doen op het project ID-onderzoek van de DT&V. Hierbij gaat het specifiek om het uitzetten van informatieverzoeken. Shelley Kouwenhoven is een van de drie medewerkers van het project: “Wij zetten in eerste instantie onderzoek uit naar identiteitsondersteunende informatie bij onze contactpersonen aan de hand van de systeemhits en treffers in het overdrachtsdossier. Mocht de regievoerder naderhand nog andere aanknopingspunten zien voor onderzoek, dan kan hij ons ook benaderen. Dat gebeurt nu bij ongeveer één op de drie dossiers. Dit alles om zo veel mogelijk te faciliteren bij de identiteitsvaststelling van de vreemdeling.”

Visum

Een belangrijke bron van informatie is EU-VIS, het Europese Visum Informatie systeem. Sinds 2004 worden hier alle visa in geregistreerd die uitgegeven worden om naar de Europese Unie te reizen. Kouwenhoven: “Als een vreemdeling ooit vanwege bijvoorbeeld vakantie of werk een visum heeft aangevraagd in een EU-land, dan vragen wij het dossier via Buitenlandse Zaken op om erachter te komen met welk paspoort het visum is aangevraagd. Buitenlandse Zaken zet zo’n verzoek op zijn beurt uit bij het land dat de aanvraag heeft gehad.”

Goed lopende werkwijze

Ook hits in Havank, het vingerafdrukkenherkenningssysteem van de Nederlandse politie van strafzaken, het Justitiële Documentatie uittreksel en de database Eurodac waarin vingerafdrukken van asielzoekers worden opgeslagen, kunnen aanleiding zijn voor een informatieverzoek. Bureau Sirene van de politie kan checken of een vreemdeling strafrechtelijke antecedenten heeft in een bepaald land. Ook op IND Dublin wordt regelmatig een beroep gedaan, bijvoorbeeld als uit een proces-verbaal blijkt dat een paspoort is ingenomen in een ander land. Verder is er een goed lopende werkwijze ontwikkeld met de liaison officers van Frontex en immigratiediensten in de landen van herkomst. In landen die beschikken over paspoorten met biometrische kenmerken kunnen zij bijvoorbeeld de vingerafdrukken uit het dossier van een vreemdeling aanbieden voor verificatie. Dit alles werpt zijn vruchten af: uit de opgestarte onderzoeken zijn niet alleen diverse kopieën van paspoorten verkregen, maar ook bijvoorbeeld kopieën van laissez-passers die gebruikt zijn door andere EU-landen.

Regietafel

Net zoals de DT&V de expertise van de ketenpartners waar mogelijk benut, komt het nu ook voor dat AVIM de DT&V vraagt om een systeemhit verder uit te laten diepen en navraag te laten doen naar de onderliggende documenten van een EU-VIS aanvraag. Via de Regietafel wisselen tegenwoordig alle ketenpartners al aan het begin van het asielproces informatie uit die van belang is voor het afhandelen van de aanvraag. Daarbij kan DT&V aangeven welke documenten belangrijk zijn met het oog op mogelijke terugkeer. Juist dan zijn er nog kansen om documenten van de vreemdeling in te nemen en veilig te stellen.

Tip

Zowel Niemeijer als Kouwenhoven benadrukken dat dossieronderzoek een zaak van de hele keten is. Niemeijer: “Elke ketenpartner maakt onwillige vreemdelingen mee waardoor het niet mogelijk is alle informatie boven water te krijgen. Door dwars door afdelingen en functies heen een dossier elke keer goed te bekijken en gebruik te maken van beschikbare systemen, komen we toch verder.” Hij heeft ook een tip: “Het helpt enorm als dossierstukken helder worden benoemd en alle stukken die van belang zijn voor het vaststellen van de nationaliteit en identiteit apart worden opgenomen en niet zijn verstopt in bijvoorbeeld een bijlage van een uitspraak of onder de noemer ‘advocatenpost’. Zo zijn ze voor ons goed zichtbaar en kunnen we er verder mee aan de slag.”

Voor vragen, input en suggesties is het Project Identiteitsonderzoek DT&V bereikbaar via HAGAK-EFM-Identiteit@dtv.minvenj.nl.