Foto Kick Smeets

Het aantal Midden- en Oost-Europeanen dat naar Nederland komt om hier te werken, is al jaren onverminderd hoog. Een deel van hen komt in de problemen en moet uiteindelijk op straat zien te overleven. Stichting Barka biedt hulp aan deze groep, die veelal tussen wal en schip valt.

n de Utrechtse Lijsterstraat, in een knusse buurt, huist op de hoek het ‘Social Economy Centre’ van Stichting Barka. Bij binnenkomst links een grote bank, bezet door mannen van verschillende leeftijden, en rechts een lange tafel met daarachter enkele bellende vrouwen. Het is de plek waar Oost-Europese arbeidsmigranten die hulp nodig hebben zich in hun eigen taal kunnen laten voorlichten en van waaruit ze bijvoorbeeld werk kunnen zoeken op de computer of bellen met een werkgever.

Geen bijstand

Wat Midden- en Oost-Europeanen kwetsbaar maakt, is hun slechte positie op de arbeidsmarkt. Doorgaans zijn ze werkzaam via uitzendbureaus in sectoren met lage lonen en grote kans op werkloosheid, zoals de land- en tuinbouw en in de logistieke sector. Daar komt bij dat het uitzendbureau ook vaak kamers regelt. Als de migranten hun baan kwijtraken, verliezen ze dus ook hun huisvesting. De problemen kunnen zich dan snel opstapelen. Zeker wanneer er ook nog een verslaving in het spel is of een psychiatrische aandoening. Met als triest dieptepunt een leven op straat.

Stapeling van problemen

Larisa, maatschappelijk werker bij Stichting Barka, schetst hoe de problemen bij de meest kwetsbare arbeidsmigranten kunnen beginnen. Doorgaans is de komst naar Nederland onvoorbereid, spreken ze geen vreemde talen en doorlopen ze vooraf geen wervingsproces. Eenmaal aangenomen in Nederland, zoeken ze na het fysiek zware werk ontspanning in drank of drugs, die in Nederland ruim voorradig zijn. Met een verslaving functioneren ze niet meer goed. Ze worden ontslagen en moeten hun kamer verlaten: sinds kort krijgen ze daar op grond van de cao van uitzendbureaus vier weken de tijd voor. Mogelijk is er recht op een tijdelijke WW-uitkering, maar bijstand is in de regel pas aan de orde na vijf jaar in Nederland te zijn ingeschreven. Zonder werk en adres zijn ze niet meer verzekerd voor ziektekosten. Daar komt bij dat nachtopvang of andere voorzieningen alleen bestemd zijn voor Nederlanders. Is er een psychische aandoening in het spel, dan is een opname pas aan de orde wanneer de migrant een gevaar voor zichzelf of anderen is.

Poolse hulpverleningsorganisatie

Het is nu tien jaar geleden dat de gemeente Utrecht alarm sloeg vanwege de problemen met vele Polen die op straat leefden en contact legde met de Poolse hulpverleningsorganisatie Barka (Pools voor ‘reddingsboot’). Barka werd uitgenodigd naar Utrecht te komen om hulp te bieden. Dit leidde tot het project ‘Reconnection and Social Economy Centre project for EU citizens’. Inmiddels heeft Barka ook een vestiging in Eindhoven en werken er mobiele brigades in Antwerpen, Arnhem, Breda, Nijmegen, Roosendaal, Rotterdam, Tilburg, Den Haag, Utrecht en Venlo. Deze mobiele teams zoeken plekken op waar zich dakloze Oost-Europeanen ophouden. Niet zelden is dat na melding van een boswachter, agent, ziekenhuis of gemeente, of in de buurt van slachterijen of verpakkingsbedrijven waar veel migranten werkzaam zijn. Ook leggen zij contact met migranten via contacten bij kerken en na doorverwijzing van het Leger des Heils of de dag- of nachtopvang. Landelijk heeft de stichting 27 mensen in dienst.

Werken in duo’s

Barka is een Poolse organisatie. Die begon met twee psychologen die met patiënten en andere kwetsbaren een huishouden vormden met strikte regels (geen drugs, geen alcohol, geen agressie), waarin een ieder moest bijdragen aan het welzijn en de zelfredzaamheid van de gemeenschap. Na verloop van tijd stroomden sommige bewoners uit om zelf als ‘leader’ een huishouden, in Barka-terminologie ‘gemeenschap’ genoemd, te vormen. Zo breidde het aantal gemeenschappen dat zichzelf onderhoudt zich verder uit. In Nederland werkt elk team van Barka met een duo bestaande uit een ‘leader’ en een maatschappelijk werker. De ‘leader’ is iemand die zelf dakloos is geweest en met hulp van Barka weer een normaal leven op heeft gebouwd in Polen en nu weer naar Nederland is gekomen om landgenoten te helpen. Dankzij zijn eigen ervaring weet deze de juiste toon te treffen bij zwervende landgenoten en een band op te bouwen. De maatschappelijk werker, die de weg kent in het Nederlandse systeem, kan vervolgens praktische hulp bieden.

Schaamte

Stichting Barka biedt geen onderdak in Nederland, maar staat mensen bij op allerlei gebied. In eerste instantie proberen veel migranten die aankloppen nieuw werk te vinden. Larisa: “Velen hebben een onrealistisch positief beeld van het leven hier. Het werk is vaak zwaarder dan verwacht en ze houden minder geld over dan ze dachten.” Toch is Nederland verlaten geen optie, uit een gevoel van schaamte met hangende pootjes terug te keren. Voor die beslissing is tijd nodig. Larisa: “Soms is dat pas na enkele maanden tot een jaar of langer leven op straat. De situatie wordt vaak eerst erger voordat mensen inzien dat terugkeer beter is.”

Terugkeer

Lukt het niet om werk te vinden, bijvoorbeeld omdat er een verslaving in het spel is, dan komt het gesprek op terugkeer naar het thuisland, waar de migrant als ingezetene wel volledige rechten heeft. Wanneer iemand daarvoor open staat, helpt de stichting de zaken in Nederland goed af te ronden, het contact met familie te herstellen, plaatsing te regelen in bijvoorbeeld een Barka-gemeenschap of een psychiatrisch ziekenhuis, een ticket te regelen en reist een medewerker zo nodig mee voor de overdracht. Het afgelopen jaar vertrokken zo’n zeshonderd Oost-Europeanen met Stichting Barka.
Waar het om gaat, is mensen een nieuwe start te geven, benadrukt Larisa. “We zeggen steeds: dit overkomt je nu, maar laat het niet nog een keer gebeuren. Als je in Nederland wilt werken, doe het dan goed en bereid je voor. Zorg voor wat reserves, zorg dat je een beetje Engels spreekt, dat je van tevoren bedenkt, nu ook op basis van de harde geleerde les, wat er kan gebeuren en wat je dan doet. En bedenk dat je extra kwetsbaar bent als je hier komt en een psychische aandoening hebt of verslaafd bent. Terugkeer hoeft ook niet definitief te zijn. Het is vooral belangrijk dat iemand zich beter kan handhaven als hij naar Nederland komt.”

Vertrek- en herintegratieondersteuning aan EU-burgers

EU-burgers, zoals Polen en Roemenen, kunnen zich vrij vestigen in Nederland zonder dat een verblijfsvergunning nodig is. Dat neemt niet weg dat ze hun verblijfsrecht kunnen verliezen, bijvoorbeeld wanneer ze in de criminaliteit belanden.
In voorkomende gevallen werken DT&V en Barka samen om de terugkeer te ondersteunen van strafrechtelijk gedetineerden die zelf niet in staat zijn hun vertrek te realiseren, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan financiële middelen. Daarnaast kloppen psychiatrische ziekenhuizen regelmatig aan bij DT&V wanneer een dak- en werkloze patiënt uit een EU-staat na een crisissituatie is opgenomen en bijna is uitbehandeld, om een overdracht naar het thuisland te organiseren.
Via DT&V is subsidie beschikbaar voor projecten gericht op het vrijwillige vertrek en herintegratie van EU-burgers die niet over voldoende financiële middelen beschikken om op eigen gelegenheid uit Nederland te vertrekken en hierbij sociaal-maatschappelijke begeleiding nodig hebben. Met dit doel wordt het project ‘Reconnection and Social Economy Centre project for EU citizens’ van Stichting Barka gesubsidieerd.

Banen van buitenlandse werknemers uit Europese Unie naar herkomst, 2017, x1000
Land Aantal

Polen

178,7
Duitsland  45,8
België  28,4
Roemenië  23,4
Verenigd Koninkrijk  21,4
Italië 15,5
Hongarije  12,7
Bulgarije  12,1
Spanje  11,9
Frankrijk  11,6
Portugal  10,3
Griekenland  8,5
Overige EU-landen 33,9

Bron: CBS