Foto Mediatheek

Gezinsleden van statushouders die naar Nederland komen, melden zich sinds kort in Zevenaar in plaats van in Ter Apel. Zij verblijven vervolgens in de woning van een familielid. Betty Sieperda (IND) en Sander van Meer (COA) vertellen over de veranderingen, verbeteringen en toekomstplannen.

Het is druk in Ter Apel. Al een hele tijd. Daarom zochten de IND en het COA mogelijkheden om het aanmeldcentrum te ontlasten. Sander van Meer is manager bewonerslogistiek bij het COA. Met zijn team is hij verantwoordelijk voor de landelijke plaatsing, doorplaatsing en uitplaatsing van asielzoekers in de opvang. ‘Sommige mensen hebben niet per se opvang nodig’, vertelt hij. ‘Zoals nareizigers die bij aankomst in Nederland direct bij een familielid kunnen intrekken. Dat is dus een logische “stroom” mensen om weg te halen uit Ter Apel.’

Ontwikkelingen in Zevenaar

Betty Sieperda is projectleider Nareis bij de IND. Ze is blij dat het loket in Zevenaar de nareizigers met woonruimte kon overnemen. ‘Voorheen meldde iedere nareiziger zich standaard in Ter Apel’, zegt zij. ‘Het maakte niet uit of zij bij familie terechtkonden of niet. Iedereen ging standaard de opvang in. Dat hebben we nu opgesplitst. Alleen mensen die nog moeten wachten op geschikte woonruimte, melden zich in Ter Apel. De rest komt naar Zevenaar.’

Ontlasten Ter Apel

De nieuwe werkwijze ontlast de torenhoge werkdruk in Ter Apel. ‘Dat merken we nu al en dat is heel positief’, zegt Van Meer. ‘Hoe minder bezette bedden in de (nacht)opvang, hoe beter. Maar we moeten alsnog veel werk verzetten voor de mensen die naar Zevenaar komen. Zo moeten we vooraf beoordelen of de woonruimte van de referent geschikt is, zodat we achteraf geen discussie krijgen met de gemeente over te volle woningen. En vergis je niet, het gaat niet altijd om 1 of 2 kern-gezinsleden die nareizen. Het kunnen er ook zomaar 10 zijn. Een tweepersoons appartement is dan niet erg geschikt.’

Alleen op afspraak

Op het kantoor in Zevenaar komen intussen tientallen nareizigers per week langs voor hun gesprek en beschikking. Sieperda: ‘De afgelopen weken ongeveer 30% van alle nareizigers.’ De locatie Zevenaar werkt alleen op afspraak. ‘Dat is nieuw. In Ter Apel konden mensen gewoon aankloppen. In Zevenaar moeten zij online een afspraak maken – nog voordat ze op het vliegtuig naar Nederland stappen. De IND maakt dan het papierwerk alvast in orde en zorgt dat de afhandeling op locatie soepel verloopt.’

Gecontroleerde instroom

Als Sieperda terugkijkt op de afgelopen weken, is ze tevreden met de behaalde 30%. ‘Nagenoeg iedereen komt naar de afspraak en komt op tijd. Dat richt onze blik op de toekomst: kunnen we nog meer groepen nareizigers uit Ter Apel weghalen? En meer mensen op afspraak Nederland binnen laten komen? En als dat lukt, wat kan er dan nog meer?’ Van Meer vult aan: ‘We zien dit project dus eigenlijk ook als pilot voor een gecontroleerde instroom in Nederland. Bij de doorontwikkeling willen we gemeenten nauwer betrekken. Nareizigers die zich nu melden in Zevenaar moeten bijvoorbeeld toch nog naar de gemeente Emmen om zich in te schrijven in de Basisregistratie Personen (BRP). Het proces moet geen geografische draak worden.’

Wat als er opvang nodig is?

Uiteindelijk willen de IND en COA dat alle nareizigers zich melden in Zevenaar. ‘We hebben nog geen harde datum wanneer we op 100% willen zitten’, zegt Sieperda. ‘Het liefst natuurlijk zo snel mogelijk.’ Of de andere nareizigers – zonder passende woning – uiteindelijk ook naar Zevenaar kunnen? Dat is volgens Van Meer nog maar de vraag. ‘We hebben nu de “makkelijke” groep te pakken. Daarna begint het grote denken. Wat als mensen zich melden in Zevenaar en opvang nodig hebben? Waar plaatsen we hen dan? Het gebrek aan woonruimte is een thema op zich, dat beperkt zich niet tot Ter Apel. De capaciteit is overal beperkt.’

Woningnood zorgt voor opstopping

Er is dus nog een belangrijke reden waarom het COA en de IND de gemeenten zo hard nodig hebben: woonruimte. Van Meer: ‘We kunnen de overvolle opvang in Ter Apel wel willen ontlasten, maar dan moeten we alsnog ergens anders een bedje voor mensen zoeken. Als de woningnood blijft zoals die is, bestaat de kans dat we de opstopping verplaatsen. En dus niet oplossen. Dat moeten we niet willen. Hopelijk komt de huisvesting weer op gang en kunnen we als gehele asielketen een goed proces neerzetten. Een proces waarbij mensen niet onnodig lang in de noodopvang verblijven, maar sneller kunnen beginnen aan hun nieuwe leven.’