Tekst Karin Lassche
Foto DT&V

Hun kans op een verblijfsvergunning was zeer klein, maar ondertussen dreigden ze wel de asielketen te verstoppen: de Moldaviërs die medio november met bussen tegelijk naar Ter Apel kwamen. In allerijl werd in Den Haag een Taskforce opgericht om vol in te zetten op spoedige terugkeer.

Met bussen tegelijk kwamen ze aan op het terrein van het Aanmeldcentrum Ter Apel: grote families Roma, vaak drie generaties tegelijk, afkomstig uit Moldavië en rondtrekkend in Europa. Vanaf medio november kwamen er opeens tegen de vijfhonderd Moldaviërs bij die opgevangen moesten worden, terwijl er ook al meer dan drie- tot vierhonderd landgenoten in de asielprocedure zaten. Ze hadden één gemeenschappelijk motief: een dak boven hun hoofd in de koude wintermaanden.

Koude winter

Voor de hele groep geldt dat ze kansarm zijn op asiel, en kansrijk op terugkeer. Het aantal ingewilligde asielaanvragen is nagenoeg nihil. Tegelijk is terugkeer, ook gedwongen, goed mogelijk. Daardoor kon een eenduidige aanpak worden afgesproken. “De afgelopen jaren hadden we al gemerkt dat er in de winter elk jaar wat meer Moldaviërs naar Nederland kwamen om asiel aan te vragen,” vertelt Marian van de Venn van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), die werd aangewezen als operationeel coördinator van de Taskforce Moldaviërs. “Vorig jaar hadden we een piek in april, toen het in Moldavië heel koud was. We zagen deze trend en daarom draaide er al een proeftuin in Budel. Ondanks dat we zulke grote aantallen niet hadden voorzien, lag er al een beproefde werkwijze klaar en waren we dus enigszins voorbereid. Bijkomend voordeel van de huidige situatie was dat er in Den Haag snel een pakket aan maatregelen werd vastgesteld en er gelijk besluiten werden genomen, waardoor we in de uitvoering voldoende kaders en regelruimte hadden.”

Voorrang

Het projectteam bestond uit KMar, AVIM, DT&V, COA, IND en IOM. Ook Vluchtelingenwerk, de rechtspraak en advocatuur waren aangesloten. In de Taskforce in Den Haag waren onder meer de Directie Migratiebeleid, Regie Migratie vertegenwoordigd. Van de Venn vervulde als operationeel coördinator de rol van schakel tussen uitvoering en beleid.

Besloten werd om de groep bij elkaar te houden en de aanvragen met voorrang te behandelen. Moldavië staat niet op de lijst van veilige landen. Daarom werd de werkwijze van de algemene asielprocedure gevolgd (spoor 4). Dit hoewel de meeste Moldaviërs al in een ander Europees land asiel hadden gevraagd en daarom onder Dublin vielen (spoor 1). Het voordeel van deze aanpak: een snelle afhandelingstermijn van 8 dagen én terugkeer naar het land van herkomst.

Terugkeer met IOM

Ingezet werd op zoveel mogelijke zelfstandige terugkeer met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). DT&V, IND en IOM organiseerden gezamenlijke voorlichtingsbijeenkomsten op het azc in Budel. Daarbij kregen de Moldaviërs te horen wat de meest waarschijnlijke uitkomst van de asielaanvraag zou zijn en wat hun opties waren. De scenario’s: nog vóór de start van de asielprocedure terugkeren met IOM op vrijwillige basis en met een klein zakcentje, óf binnen een week na het gehoor bij de IND de uitslag horen en direct terug moeten keren, alsnog met IOM of met lege handen. Met als derde optie: rechtsmiddelen indienen en de kans lopen op gedwongen terugkeer nadat het beroep ongegrond is verklaard.

De keuze was aan de mensen zelf, waarbij ze ook altijd nog het recht behielden om hun eigen weg te kiezen en de opvang en de asielprocedure voortijdig te verlaten. Daarbij kreeg de groep ook te horen dat ze niet hoefden te rekenen op zakgeld en ruimhartige vergoeding van medische hulp. De opvang zou zo sober mogelijk zijn met verstrekkingen in natura, frequente in-huisregistratie en uitsluitend medische hulp waarvoor geen uitstel mogelijk is. Gezien de korte verwachte periode van verblijf werden alle Moldaviërs gezamenlijk opgevangen in een sporthal: eerst in Budel, later in Overloon of Gilze.

Moldaviërs

Beheersbaar

Hierna nam de instroom snel af. Van de Venn: “Na de voorlichting hebben meer dan honderd mensen een gesprek gehad met IOM over zelfstandig vertrek. Een ander deel is met onbekende bestemming vertrokken. Voor de IND scheelde dat de nodige gehoren.” Een kleiner aantal heeft een aantal weken gewacht op het eerste gehoor en heeft inmiddels een afwijzing op de asielaanvraag ontvangen. Eind maart worden de uitspraken op de laatste beroepen verwacht. Zo’n dertig mensen zitten nog in procedure. Ondertussen heeft de politie de buschauffeurs die de Moldaviërs hebben vervoerd aangehouden en bestraft voor mensensmokkel. De aanpak van de Taskforce blijkt dus zijn vruchten te hebben afgeworpen. Al houdt Van de Venn een slag om de arm. “Aan het eind van het jaar gaan we nog eens kijken of we mensen terugzien uit deze groep.”

Tot nader order blijven de genomen maatregelen voor Moldaviërs van kracht. Inmiddels gaan er stemmen op om voor andere groepen dezelfde aanpak te gebruiken. Maar dat is niet zomaar mogelijk, denkt Van de Venn. “Deze mensen waren allemaal kansarm in de procedure en kansrijk op terugkeer. De Moldavische autoriteiten werkten heel goed mee. Ook was de groep rustig en goed te beheersen. Bij andere nationaliteiten kan dat heel anders zijn.”

Evaluatie

Het was de eerste keer dat er een Taskforce is ingesteld. Er is een evaluatie gehouden om lering te trekken uit de opgedane ervaringen. Zo blijkt het nuttig meteen een operationeel coördinator aan te stellen als centraal aanspreekpunt. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat meerdere partijen met dezelfde vragen bezig gaan. Maar ook om duidelijk aan te geven aan de politiek wat wel en niet mogelijk is. Ook zou nog meer bereikt kunnen worden bij een ruimer beleid, denk aan de mogelijkheden voor inbewaringstelling.

Goede samenwerking

Van de Venn kijkt tevreden terug op de samenwerking. “Het liep als een zonnetje. Als ketenpartners hadden we hetzelfde belang en de uitvoering en Den Haag wisten elkaar goed te vinden. Iedereen was bereidwillig om na te denken over oplossingen. Het is bewonderenswaardig hoe iedere partner een bijdrage heeft geleverd en er rekening is gehouden met elkaar.”

Tegelijkertijd wijst ze erop dat de gemaakte keuzes wel consequenties hebben gehad. “Alle capaciteit is ingezet op deze groep en het effect daarvan ijlt nog na. Mensen hebben overgewerkt en vakantie uitgesteld, en halen dat nu in. De voorraad asielaanvragen is verder opgelopen. Daardoor verblijven andere groepen langer in de opvang dan anders het geval zou zijn geweest. Wat dat betreft is er een waterbedeffect.”