Tekst Heleen Grimmius
Foto Inge van Mill

“Er bestaat voldoende aandacht voor signalen van jihadisme in de vreemdelingenketen”, zo blijkt uit het onderzoek ‘Jihadisme en de vreemdelingenketen’, dat de VU in opdracht van het WODC uitvoerde. Maar dat is geen reden om op je lauweren te rusten, zeggen AIVD-directeur Jack Twiss en IND-directeur Strategie en Uitvoeringsadvies Twan Erkens, die tevens portefeuillehouder nationale veiligheid voor IND, COA en DT&V is. VreemdelingenVisie sprak met hen over de aanpak van jihadisme in de vreemdelingenketen.

Uit het onderzoek blijkt dat er in de vreemdelingenketen voldoende aandacht is voor de signalering van jihadisme en dat de maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn, effectief blijken. Was dat voor u een juichmomentje?

Jack Twiss: “Nee, het is echt te vroeg om te juichen. Uit het onderzoek blijkt dat alle partijen alert zijn op jihadisme en radicalisering en dat we elkaar weten te vinden als dat nodig is. Dat vind ik heel goed om te horen. Tegelijkertijd blijft het werk in uitvoering: we weten dat de migratiestroom ook gebruikt wordt door jihadisten; dat bleek wel na de aanslagen in Parijs en Brussel. Dat vraagt van ons en van alle partners en Europese collega’s een continue inspanning om daar vat op te krijgen. Maar dat is niet zo eenvoudig: er is geen checklist die je kunt afvinken als het om jihadisme gaat.”

Twan Erkens: “Dat zien wij ook in de dagelijkse uitvoering. We zijn op de hoogte van het algemene dreigingsbeeld en daarnaast ontvangen we van de AIVD informatie als dat nodig is, maar het blijft altijd lastig. IND, COA en DT&V hebben fors geïnvesteerd in de bewustwording van medewerkers op dit thema: ze zijn getraind in het herkennen van signalen van jihadisme en radicalisering. We zien nu in de praktijk dat medewerkers de signalen die ze tegenkomen melden bij de AIVD via de meldstructuur Nationale Veiligheid.”

Twiss: “Wij hechten veel waarde aan jullie signalen, daar kunnen we echt wat mee. Dat geldt niet alleen voor individuele gevallen; alle signalen bij elkaar dragen bij aan het totale beeld van jihadisme in Nederland. Ik kan wel zeggen dat we daarin met elkaar flinke stappen hebben gemaakt.”

Erkens: “Dat geldt andersom net zo goed. Als wij bijvoorbeeld van jullie horen dat er in Syrië een lading blanco paspoorten gestolen is, weten wij dat we die paspoorten extra moeten controleren.”

Twiss: “Zulke informatie is natuurlijk essentieel voor jullie werk en voor de veiligheid van Nederland. Uiteraard delen we zoveel mogelijk informatie, maar we zijn beperkt in wat we mogen zeggen. Ik kan me goed voorstellen dat het voor medewerkers van de vreemdelingenketen teleurstellend is als ze geen reactie van ons krijgen op hun melding, maar dat wil niet zeggen dat hun melding niet waardevol was.”

Jack Twiss
Jack Twiss
Twan Erkens
Twan Erkens

Sommige mensen in Nederland maken zich zorgen over hun veiligheid. Is dat terecht?

Twiss: “Ik kan me dat voorstellen. Sinds maart 2013 is het dreigingsniveau ‘substantieel’. Dat betekent dat de kans op  een aanslag reëel is, maar dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat terroristen op het punt staan een aanslag in Nederland te plegen. Hoewel ik snap dat mensen hier angst voor hebben, zie ik geen reden om je gedrag aan te passen. Terroristen willen door middel van aanslagen juist het normale leven verstoren. Laten we dat met elkaar voorkomen.”

Erkens: “We doen er alles aan om aan de voorkant zo goed mogelijk te screenen. Daarnaast zijn  de medewerkers van IND, COA en DT&V gedurende de hele procedure alert op signalen. Als er daartoe aanleiding bestaat, worden die signalen doorgegeven aan de AIVD of de politie.”

Twiss: “Als wij een melding ontvangen, trekken we die allereerst in onze eigen systemen na. Als dat nodig is, kunnen we daarna overgaan tot verder onderzoek en de inzet van andere middelen. Maar zoals ik al zei: er bestaat geen checklist die je kunt afvinken bij de bestrijding van jihadisme. Ik zal een voorbeeld geven: als een vreemdeling een gedragsverandering laat zien, zich ineens traditioneel gaat kleden of zich helemaal richt op zijn geloof, kan dat een uiting van radicalisering zijn. Maar het kan ook een natuurlijke geloofsbeweging zijn, waarbij religie steun geeft in een moeilijke tijd. Dat onderscheid kun je niet in een oogopslag zien.”

Erkens: “Je moet bewijs hebben. Jaarlijks trekken we in een beperkt aantal gevallen een verblijfsvergunning in en krijgt diegene een inreisverbod opgelegd.  Dat doen we op basis van informatie van de AIVD. We hebben een prima samenwerking, dat helpt natuurlijk enorm. En de aanslagen hebben ons allemaal met de neus op de feiten gedrukt.”

Twiss: "We zien elkaar tweewekelijks in het directeurenoverleg jihadisme. Daar bespreken we vooral beleidskwesties, maar als het nodig is weten we elkaar ook buiten het overleg te vinden. Er is altijd wel een reden voor een goede kop koffie.”

Brochures