Foto ANP

In de krant en op tv is het sinds deze herfst een terugkerend thema: de drukte in Ter Apel. Door de plotselinge toename van asielzoekers en de beperkte doorstroom van vergunninghouders naar gemeenten, is de druk op Ter Apel al lange tijd groot. Hoe is het om in deze hectiek je werk te doen? Welke oplossingen zijn er inmiddels gerealiseerd en waar wordt nog aan gewerkt? VreemdelingenVisie sprak met IND, COA en AVIM.

Alvin Hasken is tactisch manager Asiel en Bescherming bij de IND, waarbij hij verantwoordelijk is voor de locatie Ter Apel. Hij vertelt: “Sinds afgelopen zomer komen er meer asielzoekers naar Nederland dan verwacht en wat je normaal gesproken in deze tijd van het jaar kunt verwachten. Dat zorgt voor druk op de hele asielketen: er is een tekort aan opvang, maar het is ook een uitdaging om al deze mensen tijdig te registeren en identificeren en het aanmeldgehoor af te nemen. Daardoor moeten aanvragers langer wachten, terwijl we ze juist snel willen helpen.”

Verschillende stromen

Juist in Ter Apel is die druk het hoogst. “In Ter Apel moeten heel veel verschillende stromen vreemdelingen door dezelfde voordeur naar binnen”, legt Hasken uit. “Maar die voordeur kun je maar beperkt verbreden. Dus kijken we nu of we sommige stromen misschien op een andere locatie dan Ter Apel kunnen onderbrengen. Bijvoorbeeld door nareizigers elders te registreren. Ook zouden we graag een tweede aanlooplocatie willen inrichten: op dit moment kun je als asielzoeker alleen in Ter Apel terecht voor je aanmelding. Het zou veel schelen als dat ook ergens anders kan.”

Mooi en dankbaar werk

Ondanks de drukte is de sfeer goed. Hasken: “Iedereen wil de schouders eronder zetten. Het is mooi en dankbaar werk, dat rechtstreeks raakt aan de bedoeling van ons werk: bescherming bieden aan mensen die dat nodig hebben. Dan kan het druk zijn, het geeft ook veel voldoening. Ik ben er trots op dat we als keten ons werk, onder deze moeilijke omstandigheden, zo goed mogelijk vormgeven. We weten elkaar als partners over en weer steeds goed te vinden, waarbij we snel kunnen schakelen. We doen het echt samen. Natuurlijk schuurt het weleens als er botsende belangen zijn, maar dat hoort bij werken onder zulke hoge druk. Daarna gaan we altijd in gesprek om goede oplossingen te vinden.”

Knelpunt

Lukt het om iedereen ’s avonds een bed te geven? Voor die uitdaging ziet het COA zich al sinds de zomer gesteld. Gert-Jan Stuivenberg is adjunct regiomanager Noord bij het COA, hij vertelt: “Ter Apel zit momenteel bomvol. In totaal hebben we ruimte voor 2.000 personen, maar vorige week boden we onderdak aan 2.500 mensen. Het grootste knelpunt is de nachtopvang. Die is bedoeld voor mensen die overdag het proces van identificatie en registratie niet helemaal hebben kunnen doorlopen en mensen die zich buiten werktijden van IND en AVIM melden in Ter Apel. De locatie die we daarvoor hadden opgericht, bood oorspronkelijk plaats aan 150 personen. Later werd dat 275 personen. Maar soms hebben er wel 600 mensen gebruik van moeten maken. Niemand wil dat, maar we kunnen mensen niet op straat laten slapen.”

Cruiseschepen

Gelukkig wordt elders in het land noodopvang geboden. Stuivenberg: “Afgelopen week hebben we de Expo hal in Assen in gebruik mogen nemen voor opvang. Daar zijn we heel blij mee. Maar er wordt ook andere noodopvang ingezet, zoals in andere evenementenhallen, en zelfs cruiseschepen. Op dit moment liggent er op diverse plaatsen schepen, zoals in Groningen en Meppel. Het is pionieren, maar in deze fase zijn we blij met elke opvang die we kunnen bieden.”

DNA

Ondanks de druk werken de COA-medewerkers met volle inzet door. Stuivenberg: “Dat zit in hun DNA. Maar de manier van hoe we nu werken, is niet hoe we het willen. Onze medewerkers zijn de hele dag bezig om ad hoc oplossingen te regelen. Maar dat is niet de reden dat ze ooit bij het COA zijn gaan werken. Natuurlijk, die zaken die ad hoc geregeld moeten worden krijgen voorrang, maar dat gaat wel ten koste van de persoonlijke begeleiding en het diepere contact dat onze medewerkers graag bieden.”      

Woningnood

Ondertussen gaat de zoektocht naar meer opvanglocaties onverminderd door. “We gaan van noodopvang naar noodopvang”, zegt Stuivenberg. “En noodopvang is vaak maar tijdelijk, dus als ergens een locatie dichtgaat, staan we gelijk voor een nieuwe uitdaging. We blijven tekorten zien. Daarom willen we graag toe naar structurele opvanglocaties. Voor gemeenten is het ook lastig: een deel van ons opvangprobleem wordt veroorzaakt doordat statushouders niet doorstromen naar een woning. Maar de woningnood is in heel Nederland een probleem. En dat ligt dus ook aan de basis voor ons probleem met de opvang.”

AVIM

Niet alleen IND en COA moeten alle zeilen bijzetten, ook AVIM wordt geraakt door de druk op Ter Apel. Elles van Veenen is operationeel specialist bij AVIM Noord-Nederland. Ze vertelt: “Bij AVIM zijn we verantwoordelijk voor het proces van identificatie en registratie (I&R). Door de plotselinge toename van het aantal vreemdelingen, kwam er heel veel werk bij. We moesten op zoek naar een oplossing om die instroom bij te kunnen houden.”

Dubbele diensten

AVIM koos voor een efficiënte aanpak. Van Veenen: “We zijn dubbele diensten gaan draaien. Nu werken we van 7.00 uur tot 23.00 uur in twee shifts. Op deze manier kunnen we de instroom bijhouden en draait ons proces goed door.” Daarbij kunnen de AVIM-medewerkers in Ter Apel rekenen op bijstand van collega’s elders in het land. “Elke dag komen er 46 collega’s vanuit andere eenheden bijstand verlenen”, vertelt Van Veenen. “Door deze hulp is het mogelijk beide shifts van voldoende mensen te voorzien, waardoor we onze productie enorm konden verhogen en de kwaliteit tegelijkertijd als vanouds is gebleven. Niet alleen zijn we blij met hun hulp, we zijn ook trots op de vaste medewerkers in Ter Apel die elke dag met andere collega’s te maken krijgen. Zij hebben zich enorm ingezet.”

Efficiënt proces

En AVIM blijft zoeken naar oplossingen. Van Veenen: “Daar werken we hard aan. Zo zijn we gestart met het werven van extra personeel, krijgen we in februari een nieuw pand en gaan we ons proces anders inrichten om het nog efficiënter te maken. We willen daarbij gaan werken met een voorportaal en een frontoffice. Die kunnen ook elders in het land worden ingericht, om zo de druk op Ter Apel verder te verminderen.”

Belangen bij elkaar brengen

Net als haar collega’s van COA en IND, is Van Veenen tevreden over de samenwerking tussen de partijen in Ter Apel: “Als organisaties in de keten kun je soms verschillende belangen hebben. Maar het mooie vind ik dat we die belangen altijd bij elkaar weten te brengen in Ter Apel. Iedere veertien dagen hebben we een ketenoverleg waarin we operationele, maar ook politieke en bestuurlijke vraagstukken bespreken. Iedereen is bereid om te kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. We konden elkaar altijd al goed vinden, maar dat is alleen maar verbeterd.”