Tekst Karin Lassche
Foto DTenV
Na meer dan zestig jaar zonder papieren in Nederland kiest Brahim Aksas ervoor zijn oude dag als rechtmatig burger door te brengen in Marokko. Met de nodige ondersteuning van stichting GoedWerk en DTenV durft hij na jaren de stap daadwerkelijk te zetten. Met VreemdelingenVisie deelt hij zijn bijzondere levensverhaal. ‘Ik hoef niet meer steeds achterom te kijken.’
Zijn situatie is uniek, stelt Brahim, als we hem op het kantoor van GoedWerk in Amsterdam voor het eerst spreken in het voorjaar van 2024. Hij heeft zijn verhaal talloze keren voorgelegd: aan de pastoor, aan maatschappelijk werkers, aan hulpverleningsorganisaties, in de hoop dat zij hem konden helpen legaal in Nederland te kunnen verblijven. Talloze keren werd hij ongelovig aangekeken. Na al die jaren, inmiddels 74 jaar oud, heeft hij genoeg van al zijn pogingen. Daarom heeft hij besloten te vertrekken naar Marokko, naar het land dat hem als onderdaan heeft erkend.
Dat zijn leven moeilijk is geweest, is hem tijdens die ontmoeting niet aan te zien: Brahim lacht de hele tijd. Hij oogt energiek, zit strak in het pak en draagt de Ajax-stropdas die hij 18 jaar geleden heeft gekregen van een vriend. Er netjes uitzien vindt hij belangrijk: dat heeft hij zo geleerd in zijn jeugd. ‘Bij ons in de kerk moesten we een wit overhemd dragen, met een zwart pak, bretels en stropdas’, zegt Brahim.

Moeiteloos lepelt hij jaartallen en plaatsen op die een rol hebben gespeeld in zijn leven. In de jaren ‘50 verhuizen zijn ouders van Marokko naar Algerije, waar Brahim wordt geboren. Maar dan breekt de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog met Frankrijk uit, die duurt van 1954 tot 1962. Hij verliest zijn familie en wordt opgevangen door de nonnen. Die nemen hem in een groep kinderen mee naar Europa: eerst Spanje, later Frankrijk. In Marseille ontsnapt hij aan hun aandacht en reist hij als 13-jarige naar Nederland.
Koppelingswet
In Amsterdam weet hij een goed leven op te bouwen: hij heeft veel vrienden, een baan, een huis en een auto en een vrouw. De jaren zestig herinnert hij zich als een geweldige tijd. Hij vertelt in geuren en kleuren over het 'Amsterdam van toen', met de hippies op het Leidseplein en de krakersrellen in de Staatsliedenbuurt. Politiecontroles zijn er niet en ook zonder verblijfsvergunning en identiteitsbewijs kan hij zich redden. ‘Ik werkte jarenlang bij een kaasfabriek.’
Maar er komt een tijd dat hij geen werk heeft, diefstallen pleegt om te overleven en daarvoor meermaals wordt bestraft en de gevangenis in moet. ‘Ik heb nooit geweld gebruikt of zware misdaden begaan, daar ben ik trots op. Ik brak niet in, maar sloop binnen als de deur open was.’
Meerdere keren wordt hij in vreemdelingenbewaring gezet. Hij krijgt het predicaat ‘ongewenst’ maar kan niet worden uitgezet want een reisdocument heeft hij niet en zijn nationaliteit is onduidelijk. Tegelijkertijd heeft hij ook nergens recht op. Met zijn vrouw komt het tot een scheiding. Hij slaapt afwisselend bij vrienden, op straat of in een auto. Het is hem niet aan te zien: hij blijft zich keurig kleden.

Zijn leven wordt nog lastiger als de Koppelingswet wordt ingevoerd in 1998. Aanspraak op overheidsvoorzieningen en uitkeringen is voortaan voorbehouden aan mensen met rechtmatig verblijf in Nederland. Daardoor kan Brahim ook geen beroep doen op de pardonregelingen die er zijn geweest. Ook een kans om Frans te worden gaat aan hem voorbij: op een gegeven moment besluit de Franse president dat alle Algerijnen die vóór een bepaald jaar in Frankrijk zijn gekomen, de Franse nationaliteit kunnen krijgen. Brahim niet want hij is in Nederland.
Hulpverleners
Het ongedocumenteerde, instabiele bestaan in combinatie met zijn leeftijd begint zo rond 2017 zijn tol te eisen. Brahim: ‘Ik ken veel mensen in Amsterdam maar onderdak hadden ze niet voor me.’ Ook schaamt hij zich dat hij, ‘een oude opa’, een leven in de illegaliteit leidt. Hij klopt aan bij zo’n beetje alle stichtingen en hulpverleners in Amsterdam. Hij probeert van de ongewenstverklaring af te komen, want strafbare feiten heeft hij al jarenlang niet gepleegd. Zonder succes. Ondertussen helpt hij andere illegalen: ‘Ik adviseer ze altijd niet in aanraking te komen met justitie.’
Rond 2015 komt hij in beeld bij GoedWerk. De stichting heeft veel werk verzet om inzicht te krijgen in het pensioen dat Brahim zegt te hebben opgebouwd. Daarmee zou hij in Marokko in zijn levensonderhoud kunnen voorzien. Na veel uitzoekwerk blijkt het rechtmatig opgebouwde pensioen niet meer dan een zakcentje. ‘Dat was een enorme tegenvaller.’ Uiteindelijk treffen de gemeente en DTenV een financiële regeling met hem.
De laatste periode in Nederland, vanaf eind 2022, woont Brahim in een kamer op een locatie van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening, beschikbaar gesteld door de gemeente. Zo hoeft hij niet meer op straat te slapen en kan hij op een menswaardige manier het vertrek voorbereiden. Met hulp van Marokkaanse vrienden in Amsterdam wordt er woonruimte gevonden in Nador, in het Rifgebergte. Brahim hoopt er op een rustig leven als volwaardig burger. ‘Al mijn vrienden vragen wat ik er ga doen. Dat weet ik niet. Ik heb altijd van dag tot dag geleefd. Maar ik ga niet zielig doen.’

Vrij man
Na ons gesprek in Amsterdam duurt het nog bijna een jaar voordat Brahim daadwerkelijk met een laissez-passer op het vliegtuig stapt naar Marokko. In juni 2025 verschijnt hij op FaceTime in hetzelfde kostuum als tijdens ons gesprek in Amsterdam, ook al is het in Nador die dag 41 graden. Hij vertelt over zijn nieuwe leven: ‘Ik heb net mijn rijbewijs opnieuw gehaald en wil een auto kopen. Dan kan ik geld bijverdienen door spullen te vervoeren. Want mijn huis is mooi, maar duur.’
Hij heeft één boodschap voor iedereen die illegaal in Nederland is en familie heeft achtergelaten. ‘Ik zeg: je kunt beter teruggaan. Ik ken hier niemand en dat is moeilijk. Maar ik ben blij eindelijk een vrij man te zijn. Ik loop waar ik wil, ik hoef niet steeds achterom te kijken. Ik ga mijn best doen er iets van te maken.’

Ondersteuning bij terugkeer
Brahim heeft nooit asiel aangevraagd en was daarom aanvankelijk niet bekend bij de overheid. Hij ging in gesprek met DTenV om de mogelijkheden voor terugkeer te verkennen. DTenV kan helpen een reisdocument te krijgen. Ook kunnen mensen vaak een financiële bijdrage en hulp in natura krijgen om een nieuw bestaan op te bouwen in het land van herkomst. Door ondersteuning te bieden, probeert DTenV ervoor te zorgen dat mensen zoveel mogelijk zelfstandig vertrekken en niet gedwongen hoeven te worden uitgezet. Dat laatste is alleen maar mogelijk als het land van terugkeer daaraan meewerkt.
Een medewerker van DTenV is met Brahim meegereisd om de aankomst in Marokko en de eerste dagen daarna zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarmee spreekt DTenV van zelfstandig ofwel vrijwillig vertrek, ook al kan iemand zich door de omstandigheden gedwongen voelen om te vertrekken.
Brahim Aksas heeft toestemming gegeven voor het plaatsen van zijn verhaal met foto’s.
Aanmelden vreemdelingenVisie
Wil je de VreemdelingenVisie voortaan in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan bij de redactie en je krijgt een bericht als er een nieuwe editie van VreemdelingenVisie is gepubliceerd.